560 van Groningen of Friesland onderzocht. Hij verklaart ze alle voor identischt. w. voor paalwoningenPalafitte. Hij heeft in het Italiaansch daarover geschreven doch vermits hetgeen hij van de Friesche terpen zegt, uitmuntend door mr. J. Dirks in de Vrije Fries is vertolktwensch ik die vertaling te volgen 1). Met den heer Dirks woonde Pigorini de afgraving bij van eene 5 M. hooge, doch 6 hectaren groote, terp bij Aalsum, en dat bezoek overtuigde hem dat ook deze eene paalwoning was geweest. Een groot vierkant stuk land wordt door eene grootegeorienteerdedat is van het oosten naar het westen loopende sloot omgeven; aan de binnenzijde dier sloot werd een dijkje gelegd en in het bassin, dat door dit dijkje ont stond maakte men hutten op palen en planken. De woning stond in dat bassin in het water en had in den vloer eene opening, waardoor men den keukenafval wegwierp; daardoor ontstonden hiervan lagen, gemengd met lagen van asch en kolen. Was het bassin vol, dan maakte men het dijkje hooger en verplaatste de hut tot drie malen toezoodat men eene hoogte kreeg van somtijds 3| M. Te Aalsem vond men geene palen, in andere terpen wel; intusschen zijn later toch ook te Aalsem kleine paaltjes gevonden, volgens Dikes' Naschriftblz. 46. De heer Dirks haalt bovendien eene menigte voorbeelden aan van in Groningen en Friesland afgegraven terpenin alle waarvan men palen of paaltjes of planken gevonden heeft zoodat het uitgemaakt is, dat deze hoogten, volgens het ge voelen van professor Pigorini en een vroeger vermoeden van dr. ft. Westeuhoff zie; Twee hoofdstukken uit de geschie denis van ons dijkwezenGron. 1865, blz. 40 paalwoningen zijn geweest. De Friesche zouden of van Romeinschen tijd i) De schriften van Pigorini zijn vermeld in het niet te mijner beschik king staande Bulletino di Faletnologia Italiana. Ziede Terpen van Friesland door L. Pigorini, vertaald en met een naschrift vermeerderd door mr. J. Dirks, Leeuw. 1888.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 564