561
zijn of van 600 na 0. Die van Emilia in Italië en andere
plaatsen van Europa zouden zijn van voorhistorisch en tijd.
Van hetzelfde gevoelen is dr. A. Polmer, te Eenrum, die
zich zooveel met de Ethnographie van Groningen heeft bezig
gehouden en dr. W. K. J. Schoor die scheikundig de gronden
der terpen onderzocht, en eveneens bijzondere studie maakte
van de daarin gevonden beenderenen wiens werk thans
naar ik meen, ter perse ligt.
Pigorini zegt uitdrukkelijkdat wel het vinden van palen
een positief bewijs is voor zijne stelling, maar dat het ont
breken van palen en planken, al het andere gelijk zijnde,
geen bewijs is van het tegendeel. Hij houdt de meeste in
Europa voorkomende Terramares voor praehistorischen die van
Priesland, omdat er Pomeinsche voorwerpen in gevonden zijn
gedeeltelijk gemaakt in het begin'gedeeltelijk in de 7e eeuw
onzer jaartelling zooals ik zoo even vermeldde.
Er zijn in Groningen en Priesland ook kleinere maar hoogere
terpen of Wierden; of men deze, met onze bergen meer over
eenstemmende bergjes, ook voor paalwoningen houdt, is mij
onbekend. In 1887 zijn dr. Schoor en dr. Pleyte door de
regeering uitgenoodigd de afgraving van terpen bij te wonen;
van dit onderzoek is veel te wachten
Indien prof. Pigorini, toen hij Nederland bezocht, geweten
had, dat ook in Walcheren heuvelen te vinden zijn, had hij
zonder eenigen twijfel ook ons gewest de eer van een bezoek
aangedaan. Indien hij ze zag, en wist, wat men er in heeft ge
vonden, zou hij geen oogenblik aarzelen; ook bij ons zijn bijna
altoos asch en kolenen beenderen gevonden en in de bergen
van Serooskerke, Poppekinderendorpden Hazenberg, en in
dien van Noordwelle in Schouwen zijn overblijfsels van palen of
paaltjes gevonden en altoos lag er eene sloot rondom het berg
land; er zijn potscherven, zelfs schaatsen en andere geslepen
beenderen gevonden en zij warenoorspronkelijk wellicht al
toos georienteerd. Ik aarzel dan ook geen oogenblik aan
te nemen, dat tijdelijk bewonen het doel kan geweest zijn en