62
Huis van den Heer van Veere. In 1472 werd iemand naar
Mijn Heer van der Yeere gezonden, //om te doen brekë
thuus op de burch." De Heer van der Yeere bad daar reeds
in 1403 een buis. Zie vorige verzameling blz. 73 (243).
De blinde ezelin de Kortedelft, 1472.
De drie honingenin de Spuistraat op den Dam 1483, op
de markt 1492.
Het Paradijsin de Giststraat, 1484.
Der Lombarden-huis in de Korte-noordstraat, 1484.
's Gravensteen. Eene betaling in de stadsrekening van 1488
voor twee poortkannen rijnwijndie aan den Burggraaf van
Zeeland geschonken werdentoen hij binnen Middelburg kwam
//ome zijne steen te maken van tsgve wege ('s Gravenwege)
ome tshren ('s Ileeren) scot te innene," heeft aanleiding
gegeven tot de veronderstelling (zie Archief le stuk blz 91)
dat er toen eene verbouwing zou hebben plaats gehad aan de
vroegere gevangenis op den Burcht, als 's Gravensteen be
kend. Zooals uit de hierboven medegedeelde bewoordingen
blijktwas de Burggraaf toen hier niet om eene verbouwing-
van 's Gravensteen maar om de inning van Heeren of
's Graven geschot te regelen.
Had Du Pon wiens aanteekening tot grondslag van die
veronderstelling gelegen heeft, de bewoordingen juister weer
gegeven, dan zou de vergissing ongetwijfeld niet hebben
plaats gehad. De Burggraaf kwam ook voor hetzelfde doel
in andere jaren hier. Zoo leest men in de stadsrekening
van 1461, dat B. S. den 11 November vergaderd waren,
om in den steen te gaan wat die burchgve sijn steen
maecte, ome te vantworden vand stede amb en die quade
leverige gelevt opten porten." In 1487 was Jonkhr Adhiaan
Yan Keuiningen de Burggraaf van Zeeland, hier met de
edelen van Zeeland ome tsteen te makë va tsgve wege."
In 1494 werd, bij ordonnantie van de Wet, aan den Burg
graaf geschonken als hij zijn steen maecteiiij poirtkanë
reyns wijns tot x gr. den stoop." In 1496 was hij ook