66
van die nieuwe kam,er. Hekman, de glazenmaker werd be
taald voor er drie glazen (ramen) intezettendaaraan zijn
120 voet, tot 2 gr. 6 myten de voet" en nog 20 fi voor
de wapens, een en ander denkelijk in het bovengedeelte van
het gebouwwaar dat jaar vensters gemaakt werden. Men
vindt ook in dezelfde rekening eene betaling van 4 gr.
aan den beeldenverver, omdat hij //onzer vrouwen kroon"
in gezegde kamer gemaakt had.
In 1458 werd aan de steenhouwers Andries en Mattheus
Kelderman 52 betaald voorvj veynstën inder stede-
huus te houdene met hare kapiteelen en alle hair toebehoorë
tot up die gote toein aire maniën eii vormë als die voirste
veinsterë."
Gedurende bijna het gansche jaar 1459 waren zij ook hier
werkzaam en werden geheel als stedelijke ambtenaren be
schouwd daar zij even als dezen stedelaken voor kleeren ont
vingen. Zij verrichtten steenhouwerswerk //an den thorë,"
ook 't nieuwe torenkin" genoemd, waarmede waarschijnlijk
de stadhuistoren bedoeld wordt (zie hiervoren 1456) omdat
die toen nog slechts eene geringe hoogte had en er allicht
de plaats van aangewezen zou zijn als men een vestingtoren
op het oog had gehad.
In 1460 werd er gewerkt aan de nieuwe schrijfkamer //daar
men de handvesten in sluiten zal." Gedurende acht dagen
was iemand met een knecht bezig aan het houwen van sponden
//daar men die ijzeren vensters in zetten zal." Tevens werd
er eene ijzeren deur aan gemaakt. Dit lokaal had dus iets
van de ijzeren kapel, te Amsterdam voor de berging van
dergelijke stukken (zie P. Scheltema, Oud en Nieuw II: 1).
In 1477 werden houtskolen gebrand //int cumtoir vanden
pvilegien en handvesten om die te pfucië van rumatyck en
vuchticheyt." De oude schrijfkamer bleef hare bestemming
behouden, want er wordt gezegd (1461) dat //daar de klerken
in zitten."
In 1481 schijnt men plan gemaakt te hebben tot eene