VII. KERKEN EN KERKELIJKE ZAKEN.
87
1489 kwamen er weder, die 18 fi kregen, omdat zij buiten
de stad logeeren en van hier vertrekken zouden.
In 1490, 1493 en 1494 wordt er gesproken van de kapi
teins der Egyptenarendie toen telkens iets kregenomdat
zij met hun gezelschap niet binnen de stad vertoeven zouden.
Zoodanig persoon kreeg in 1497 tien en in 1498 negen
schellingen.
In 1495 en 1499 wordt den hoofden weer de titel van
graaf geschonken, In eerstgemeld jaar waren het de graven
Jan en Diedebik die ieder 10 schellingen kregen, opdat
zij noch hier noch te Arnemuiden binnen zouden komen en
in laatstgemeld jaar was het Jan van Riïïenberch graaf
van klein Egyptedie 9 ontving.
Slechts eens vond ik melding van heidens, die beweerden
tot het christendom overgegaan te zijn en wel in 1451. Den
19 October van dat jaar //was hier een persoondie heiden
geweest was, met een deel heidensche lieden met hem, ge
naamd joncïi Jan grave Thomasz. va cleyn Egyptebrieven heb
bende van O. G. H. en andere Heerenbegeerende dat men
hem te bate komen wilde, want zij al hun goed achterge
laten hadden ome de Teerste gelove willeJ Zij kregen 8 pos
tulaatguldens van .0 4 gr. terwijl nog betaald werd voor
liet schoonmaken der school van dat die heijdë haer paerdê
in ghestaë haddë."
WEST M ONSTERKER K.
In de rekening van 1480 leest men van turf, die gebracht
werd op den toren van Westinonster daar de wakers bij
nacht den hoorn blazen."
Uit die van 1493 blijkt er, dat deze toren, ten vorigen
jareten koste van de stadop nieuw met leien gedekt was.
In 1498 werd er nog wachs gehouden en ter plaatse, daar
dit geschiedde, werd toen een nieuw glas gemaakt,