94. B A G IJ N E N. In 1451 wordt vermeld //jonckvr. Zoete, die meestersse vand Beghijnhove." MINDERBROEDERS. Ms, Jacob van Hontenisse was in 1480 procurator van dit klooster. In 1489 kreeg hij 5 van de stad, toen hij naar het Heilige land trekken zou. BACHTENSTEENE. De zusters Bachtensteene kregen in 1450 drie bind latten //tot helpe haerd deke" (van haar dak). In 1454 kregen zij hard dak ten koste der stad. In de rekening van 1462 wordt er gesproken van de grauwe zusteren bachtensteene en in het kapittel harde daken van die van het jaar 1467 vindt men de //graususters" vermeld voor zoodanig dak op een achterhuis //an de scoele." De vermelding in Zelandia Illustrata I: 315, dat dit klooster door zwarte zusters bewoond werdkomt met het bovenstaande niet overeen en de daar opgenomen post uit de stadsrekening van 1457 //bet. aan Jacob Claisz. op zin huis Bachten steentegenover de kerkenkamer" werd door mij niet gevondenzoodat ik veronderstel dat deze bewoor dingen haar ontstaan te danken hebben aan eene onnauw keurige lezing van Du Pon. Dat het klooster bij de school de latijnsche school stond, is ook optemaken uit den liier- voren medegedeelden post der rekening van 1467. (Aant. 6). GELLEBROEDERS. In de rekening van 1473 worden de //scellebruers" ver meld. Zij ontvingen in dat jaar geld voor schaliedak Zie Inventaris no. 419. Zij kregen wijn van de stad, 's Zondag na sinxen (1475)

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1888 | | pagina 98