186 om het even of hij een Saks is of niet. En zoo is Walcheren eerst de naam van het eiland gewordentoen het niet meer uitsluitend door Walen bewoond werd. Al vinden wij het woord Walchari (waarin de uitgang ari ons er is en waarvan ons Walcheren moet zijn afgeleid) niet in boeken, wij mogen het er gerust voor houden dat het bestaan heeft. In de Latijnsche benamingen Walaera.Walacria enz. hebben wij er ten over vloede de bewijzen voor W'dickeren is namelijk een datief pluralis een gewone vorm van plaatsnamen 5). In het bovengenoemd verhaal van Wil- lebrord wordt dan ook van een insula Oeeani Walacnm nomine gesprokenhetgeen doet denken aan een Germaansch Walacnm of er on (door omzetting voor Walcarun) als plaats naam evenals Walhum in een oud Iloogduitsck geschrift //land der Walen11 beteekent 6). Toen Willebrord op Walcheren kwam vond hij er een ge wijd oordwaar de heidenen hunne goden vereerden. Een eigenlijke tempel zal er wel niet gestaan hebben ofschoon de naam Domburg- dat de herinnering er aan waarschijnlijk bewaart daaraan wel zou doen denken 7). Burg namelijk beteekent 4) In het 2e cleel van de Nomina Geographica Neerlandica (uitg. door het Aardrijkskundig Genootschap) vind ik op bladz. 182 nog verscheiden varianten van dat woorddie wel meerendeels op kleine klinkerverschillen na op hetzelfde neerkomen doch waarvan er een paar met guin plaats van met wbeginnen en eenzonder omzettingWalkara en een ander Walacorn luidt, welke laatste spelling met VValacrwn overeenkomt. 5) Iets dergelijks vermoed ik in den eigennaam Deventerdien ik voor niets anders houd dan een verbastering van Tuban'triaafgeleid van Tu- bantide Twentenaars. De afleiding is althans eenvoudiger dan de onzin nige verklaring, die ik in de Navorscher (1883) vind in welk tijdschrift, helaas! zooveel verklaringen van dien aard voorkomen door den ventre, wat zou moeten beduiden(bij) den veenboomd. i. den boom die in het veen zichtbaar is 6) Hierbij het Bijvoegsel II. 7) Dat er werkelijk een tempel zou gestaan hebben grondt zich op liet vinden van stukken van zuilen 5 maar ik kan niet gelooven dat die grond voldoende is. Om nu evenwel nog verder te gaan en dien tempel voor een

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 190