187 in dat woord //bevestigde plaats, bevestigd dorp of stad, waar binnen men zich voor den vijand bergen kanen werd later de aangewezen naam voor //sterkte, slot." In het oud Sak sisch gedicht Heliand worden alle plaatsen op Jerusalem na doorgaans zoo genoemdRomaburg Bethlehemaburg enz. Bom komt in dat werk slechts in de gewone beteekenis van gerechts plaats enz. voormaar in de Oudfrankische Psalmvertaling wordt de tempel Gods ook dom, genoemd. Ook in Domburg zal dom wel deze beteekenis hebben, al is het ook dat in later tijd die naam er slechts uit overgeleverde herinnering aan gegeven is en men zich dat heiligdom toen als werkelijken tempel heeft voorgesteld. Het was veeleer een heilig woud met hier en daar altaren voor verschillende goden waar de geloovigen hun votiefsteenen brachten ter kwijting hunner geloften. De naam nu die op die steenen het meest wordt aangetroffen is die eener godin Neiialennia. Zijn verklaring is een raadsel geworden dat menige pen heeft bezig gehouden. Het laatst voor zoover ik weetheeft prof. Kern in de Taal- en Letter bode, deel IT er een stuk over geleverd. Zonder aan de ver diensten van vroegere verklaarders iets te "willen te kort doen geloof ik toch dat deze wel de eenige is die met de veTeischte taalkennis geschreven is zoodat ik mij van het bespreken van andere over dit onderwerp ontslagen mag rekenen. De bedoelde verhandeling is reeds voor twintig jaar in het licht gekomen heb ik er aanmerkingen tegen dan mogen die den schrijver van toen geldenzij doen het natuurlijk niet prof. Kern van heden: De slotsom nu der door Kern gegeven verklaring is deze Keehaleniahetwelk zoowel schenkster mundschcnkinals tempel van Victoria tc houdenomdat van de zeer enkele gevonden beelden dat van Victoria het grootste is, acht ik, hoe gaarne ik mij ook aan het gezag van onzen beroemden oudheidkundige dr. Jansen (De romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, bl. 119 en 122) zou onderwerpen niet gewettigd, zoolang althans het eerste niet uitgemaakt is, en zelfs dan nog niet voldoende om er zulk een besluit op te bouwen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 191