194-
Dea Mater zien. Mij clunkt, wij mogen hier veilig het Hora-
tiaansclie si quid novisti rectius istis enz. toepassen.
Dat die godin beschouwd werd als een godin van den handel
en het verkeerbewijzen een paar inscripties die men op haar
steenen vindt. De eene luidtoh merces recte conservatasde
andere oh meliores actuswelk //betere veewegen1"' de opvatting
van Nehalennia als bepaalde zeegodin onmogelijk maakt. Dat
echter de zeehandel niet buitengesloten was, misschien zelfs in
de eerste plaats in aanmerking kwamblijkt uit den votiefsteen
van een krijthandelaar, wiens handel wel aan Engeland moet
doen denken.
Van de attributendie men op vele barer steenen vindthet
gedeelte van een schipde vruchtenkorf en een hond zal liet.
schip wel den wagen beteekenen dien wij reeds hebben leeren
kennen. De vruchtenkorf kan de vruchten bedoelen die een
gelukkige handelsreis aanbrengtmaar hij kan ook met de oor
spronkelijke beteekenis der godin, in verband staan en dan de
zelfde zijn als de vruchtenkorf van Geres. Den hond eindelijk
dien Simrockuitgaande van de identiteit van Nehallenia en
Helals den Hellehondverklaartzal men misschien liever
aanzien als liet zinnebeeld der trouwmet liet oog op de zorg
hetzij voor de reizigers zelf of voor hun eigendom. Bij Mercurius
en Pomona vindt men dien ook wel.
En is Nelialennia nu de godin van den handel en liet ver
keer, dan is hetgeen Melis Stoke verhaalt, dat Willebrord
op Walcheren een Mercuriusbeeld zou vernield hebbenterwijl
er toch in 't geheel geen Mercuriusbeelden gevonden zijn
misschien wel zoo te verklaren als er een verklaring voor ver
langd wordtdat Melis Stoke slechts gehoord heeft van een
Geertruid (geb. 631/2, gest. 664, dochter van Pippijn van Herstal en
Itta of Iduberga en abdis van een klooster in haar geboortestad Nivelles)
geen bijzonderheden gevonden, die hier in aanmerking kunnen komen, of
het moest zijn dat zij in storm en andere nooden werd aangeroepen en
dan wonderen deed, iets dat zij waarschijnlijk wel met andere heiligen zal
gemeen hebben.