195
gocl van den handel en dien natuurlijk voor Mercurius hield,
terwijl de godin Nehalennia bedoeld was.
Meer weten wij van al wat dien godsdienst daar aan het
Domburgsche strand betreft volstrekt niets. Wij vinden er
niets dan gave en geschonden steenen en een aantal metalen
voorwerpenmaar die ons voor den godsdienst denkelijk weinig
zullen kunnen leeren.
Onder die steenen komen er evenwel nog een paar waarbij
wij nog even moeten stilstaan. Een daarvan is gewijd aan een
zekere JDea Bworina. Ik houd dat woord voor verbasterd uit
Brauroniad. i. Hekate, of eigenlijk de bijnaam van de Tau-
rische Artemisdie met Hekate vereenzelvigd werd. Dat wij
deze hier vinden zouden kan ons niet verwonderendaar zij
in den lateren Romeinschen tijd allerwege geëerd en gevreesd
was als de geheimzinnige godin van alle nachtelijk gespook
van de heksen en de verschrikkingen van den weg. Dat slechts
die bijnaam op den steen staat zal zeker komen doordat haar
naam te noemen mali ominis was. De andere steen is gewijd
aan eenen Hercules Magusanus. Hercules hier tc vinden be
hoeft ook niet te bevreemdenhij was een deus vialiswien men
aanriep wanneer men op reis ging. De bijnaamdie hem hier
gegeven wordt, is enkele malen meer gevonden. Hij wordt,
voor zoover ik weetafgeleid van Magusa of Mecusaeen plaats
aan de Moezel. Met welk recht weet ik niet. Ik voor mij zou
het liever zoo ver niet zoeken.
De overige namen die men op de steenen vindtzijn die van
-J upiterNeptunus en Victoria. Dus altemaal bekende lto-
meinsche.
En nu is mijn slotsom deze. De eerste bewoners van Wal
cheren waren Keltendie voor uit het oosten komende Sueven
waren teruggeweken. Aan hen ontleent het eiland zijn naam.
Dat de Romeinen zelf er ooit zouden geweest z:jn en dat er een
haven en eigenliandel zou bestaan hebbenblijkt uit de steenen
niet. Bij die Kelten was daar dicht bij de zee een gewijde
plek waaraan in den naam Domburg de herinnering nog be-