B IJ VOEGSEL ITzie bladz. 186.
Zulk een vorm iszoo als bekend is(zie Nomina geographïca
Neerlandicadeel T, bladz. 70 volg. van de herdruk in 8°.,
welke bladzijde ik in het volgende steeds voor oogen gehad
heb) ook de naam Leiden. Het is een datief pluralis de
zeer gewone vorm van plaatsnamen. Hadden wij met Gothisch
of Oudhoogduitsch te doen dan zou het woord op een m
moeten uitgaan. Aan dezen naam kan natuurlijk geen oudere
vorm van den naam ontleend worden; dezen hebben wij hier
reeds in den oudsten vorm. Maar het woordwaarvan de
naam is afgeleidkan zeer wel leida geweest zijnal is dit
ons in het Oudsaksisch of -frankisch niet overgeleverd en het
heeft dan in 't. algemeen //weg" beteekend. Dat het ook een
//waterweg" beteek enen kon ligt voor de hand wanneer men
bedenkt dat de meest eenvoudige reisgelegenheden wel die te
water zullen geweest zijnen zoo verwondert het ons ook niet
dit woord in den vorm van leede lee in de namen van ver
schillende wateren te ontmoeten. Ons Leida houd ik voor den
gelatiniseerden vorm van Leiden. En als nu Ptolemaeus
immers bij hem komt, geloof ik. die naam het eerst voor, oi'
wie zijn zegslieden mogen geweest zijnvoor Leyden (sic
AouyovS'o'jvov (Lugudunum, waaruit Lugdunum//ravenstad") ge
schreven heeftdan mag ons dit niet verwonderen. Immers g
werd tusschen twee klinkers als j uitgesprokenzoodat ook in het