213 meestal slechts eenen meester. Voor dezen werd in 1486 een kuis gekuurd in de buurt, waaruit blijkt dat de nieuwe school niet meer bevatte eene camere als woning voor den meester. De stad betaalde voor die huishuur jaarlijks 2 pond tot het jaar 1504. Dus bijna 20 jaar na de verbouwing kwam de woning voor den meester gereed. Er wordt van nu af in de stadsrekeningen gesproken van werkzaamheden aen de scole en aen het huis waarin de meester woont 1). Omtrent de verlichting van het schoollokaal vindt men in de stadsrekening van 1515dat mr. Olais de scoelmeester ontvangt 2 sch. 2 gr. voir dat hi ghemaect heeft 12 veynsteren met pappier dienende in de scole/1 lm 1517 werd smidswerk verricht aan de poorte van der stede schole. Het schoolgebouw zal nu in denzelfden toestand gebleven zijn tot tegen het einde der 16de eeuw. Ook wat het aantal onder wijzers betreftkwam er geen verandering. Meestal had men evenals vroeger slechts een meester. Eerst tegen het begin der reformatie vooral na het optreden van den eersten bisschop werd de schoolmeester bij zijne benoeming verplicht een ge- zelle aan te nemen. Aan verbouwing of uitbreiding van het gebouw was dus geene behoefte. Alleen wat het huis van den rector betreftmoet worden opgemerktdat dit om onbekende redenen later niet meer door dezen bewoond werd. Jason vaist Langemeehsche rector van 15591569 woonde in het voor malige klooster van de zwarte (vroeger grauwe) zustersdat zooals wij zagen naast de Groote School stond. HOOFDSTUK II. De stedelijke Regeering en de School. In 1365 het jaar waarin de Geschiedenis onzer school be gint zien wijdat de stad eigenares is van de school of zooals men toen zeidein de possessie was van de scolasterije. De stad alleen heeft het recht de meesters te benoemen en te ont- Zie vooral stadsrekening 1507 en 1509.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 217