222 werden toegelaten, hadden slechts de een of andere stadsschool bezocht en ook zijdie student aan eene universiteit geweest warenhadden daar slechts de zeer elementaire lessen der artis- tische d. i. literarische faculteit gevolgd en waren vertrokken zon der het eerste academische examen te hebben afgelegd; want slechts zijdie in de rangen der hoogere geestelijkheid wilden opgenomen worden blevenna de propaedeutische studiën in de artistische faculteit doorloopen te hebbendoorstudeeren in de theologische faculteit om daarin te promoveeren. Bij de lagere geestelijkheid dus, waartoe ook de meesters der triviale stads scholen behoordenwas van eene wetenschappelijke vorming geen sprake 1). Zoo zullen ook de rectoren onzer Groote School in den regel in wetenschappelijken zin zeer onbeduidende personen geweest zijn. En wanneer wij door onze stadsrekeningen in staat gesteldeene bijna volledige lijst zullen geven van hunne namendan geschiedt dit alleen om daardoor te bewijzen dat de school van het midden der 14de eeuw tot de reformatie toe onafgebroken bestaan heeft. Zooals uit diezelfde lijst zal blijken bleven de meesters ge woonlijk scoelmeesters of rectoers van der Grote Scole genoemd slechts enkele jaren hier zoolang als zij bij contract aange nomen waren. Bij uitzondering schijnt de stedelijke regeering moeite gedaan te hebben het contract te continueeren. De eerste, die zich door geleerdheid en bekwaamheid onderscheiden heeft en wiens verdiensten door de overheid erkend werden was de reeds bekende Anthonis van dek, Mabe die de school regeerde van 14401446. Slechts van enkelen weten wij dat zij tot den rang van priesters waren opgeklommen en het recht hadden erlangd de mis te bedienen. De eerstevan wien dit blijktis mr. Diebic die rector was van 14891492. Hij deed in 1492 zijne eerste misse, bij welke gelegenheid hem by bevele van de wet werd ghesceinct den excys van een Over de opleiding der geestelijken en over de stadsscholen zie men vooral dr. H. H. KüiJFERDe Opleiding tot den Dienst des Woords.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 226