•235
op zevenjarigen leeftijd geheel onvoorbereid op school. De
eerste paar jaren waren gewijd aan het leeren lezen en schrijven.
De zeer onbeholpen methode en gebrek aan leerkrachten waren
oorzaakdat de leerlingen uiterst weinig vorderingen maakten.
Voorts werd er gegeven eenig onderwijs in het cijferen. Van
het negende jaar af tot het verlaten der school was het Latijn
de hoofdzaak. Eerst tegen het einde dezer periodein het
midden der 16de eeuw wordt er ook melding gemaakt van het
Grieksch. Van onderwijs in geschiedenis en nieuwere talen is
geen sprake.
De Middelburgsche school heeft vóór de reformatie nooit uit
gemunt. boven andere stadsscholen noch wat de ontwikkeling
der meesters noch wat de vruchten van liet onderwijs betreft.
Zelfs in het laatste gedeelte van dit tijdvakdus in het midden
der 16de eeuw toen in vele plaatsen bloeiende scholen beston
den waaronder vooral de scholen der Broeders van liet Gemeene
Leven zich gunstig onderscheidden toen o. a. te Amersfoort
naar men verhaalt 1)de kennis van het Latijn zoo algemeen
was dat de geringste ambachtsman het verstond en sprakwas
de keunis dier taal in Middelburg zelfs bij de leden der stede
lijke regeering zeer gering. Zoo kwam hetdat zij bij ontvangst
der stukken betreffend de aanstelling van den eersten bisschop
van Middelburg verzochten, dat deze stukken vertaald werden
uytten Latine in duytscher spraecken alsoe zy altegaeder geen
Latijn en verstonden.Wel was het bericht van deze aanstel
ling alles behalve welkom en zocht men door het opperen van
allerlei bezwaren de zaak te rekken om te zien wat de andere
steden zouden doen; doch het bezwaar dat men geen Latijn
verstond zal geen fictie geweest zijn aangezien men wistdat
de notaris publyque Thomas Militis de gewensclite vertaling
binnen een paar dagen kon bezorgen en deze du^ geen uitstel
van eenige beteekenis kon veroorzaken. Dat de resultaten van
liet onderwijs gering waren, kan niet verwonderen als men be-
Delprat Over dc Broederschap van G. Gkoote, biz. S9.
Archief VIIe dl., 2<lc st. 19