259 zocht en vond een doortocht in de slikken te dezer plaatse. 1) 's Jonkers bezorgdheid bleek ten deze niet ongegrond te zijn. //Want op onze Lieve "Vrouwedag (8 September) 1488 waren burgemeester en schepenen van Middelburg in den liebaard vergaderdom zekere beroerten en vreesdie dien nacht voor 't land van Walcheren bestond. Men huurde uit vrees voor de Vlamingen, te Mechelen 105 ruiters en 1 kapitein 3). Gedurende eenigen tijd lagen er te Arnemuiden op kosten van Middelburg 50 ruiters. Er waren IS serpentijnen gekocht om op Arnemuiden te leggen, ook werd voor 100 lange pieken £4:1: 21/g betaald." Er waren 63 ruiters gehuurd bij ordonnantie van de Wet //den 15en daeli in November, omme 's nagts te Arnemuijen te gane omme die van Armuiden bijstandigheid te doenedoen de Vlamingen daar voorbijvoeren ende men beduchte dat daar opslag gedaan soude hebben/'' Bovendien werden wachten uitgezet van Veere tot Arnemuiden en van Rammekens naar Vlissingen. 3) Het eigenaardig verhaal van deze gebeurtenis door Reijgersberg luidt aldus//In 't selve jaer (1488) in de slachtmaent op Sinte Lijsbetten avondt (18 November) omtrent den middacli toocli Jonker Frans van Bredenroede uijter Sluijs ende quam voorbij Aremuijen, daer hij doen met acht en veertig heuscliepen liepdeur een nieu diepteomdat men sijn schepen van het blockhuijs te Aremuijen oft Middelburch niet beschieten en soude nae Rotterdam toe ('t welck geen schipper noch bekent en was) ende dat diep oft gat daer hij deur liep, wordt op den dach van heden noch genaemt, Jonker Fransgat omdat hij "t eerst ghevonden heeft." En ziedaar nu het ontstaan van liet Sloe en de geleidelijke Dresselhuis Wandelingen door Noord- en Zuid-Bevelandblz. 247. 3) Kesteloo, Dc Stadsrekeningen van Middelburg, IIblz. 148. 3) Du Pon. Aan teek. MS. in het Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen. Boxhorn II, blz. 318.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 263