265 van beide zijden eindelijk de eilanden Walcheren en Zuid-Beve land aan elkander zullen toegedijkt worden. Men zou bij eene weldra te verwachten vervulling dezer voorspelling naar onze bescheiden meeningvoor een polder ten zuiden van den spoor- wegdam door het Sloe wel geen gepaster naain kunnen vinden dan de Jonker Franspolder en voor een ten noorden tussehen genoemden spoorwegdam en den Calantspolder dien van Lem- melpolder. Voor de verdere geschiedenis van het Sloe kunnen wij gevoeglijk verwijzen naar De afdamming van hel Sloedoor P. J. Neijt 1873, opgenomen in de werken van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen. III GRONDVERL1ES DOOR DIJKBREUKEN EN OVERSTROOMINGEN. Ten eerste. I.n de Zuid watering van Welzinge tot de Arne. De hoegrootheid van het grondverlies nergens met juistheid opgegeven zijnde moeten wij ons bepalen tot de bloote vermel ding der feiten en wel 1°. in het gedeelte van de Zuidwatering van Welsinge tot de Arneen 2°. in de Oostwatering van de Arne tot aan Zandijk. De Heerlijkheid Welsinge. "Welsingein den verlanden stroom de Goor of Gortvliet opgewassen," zegt Verhei je yaist Gittebs in eene onuitgegeven memorie, '/is een der jongste ambachten van de Zuidwatering." "Het wapen van Welsinge" zegt hij verder //wat een dier wapenschilden is op wrelke men doorgaan kangeeft aan de hand om iets van den tijd van deszelfs bedijking te mogen vaststellen, want het geeft vrij zeker te kennen, dat de indij- ker van Welsinge een jonger zoon uit het 2de geslacht van Vlissingen geweest is. Vlissingen nu kwam bij bastaardij voort van de graven uit het Huis van Henegouwen die met 1299

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 269