275
veiling der eigendommen van Walcheren op 2830 Juli 1856
werden ook de tienden door den eigenaar afgekocht. Uit dezen
verkoop zou blijkendat de gronden die de inlaag omvat in
dertijd door den polder Walcheren zijn onteigend en aldus of
op andere wijze in eigendom zijn aangekomen. Ook is het be
kend dat de landerijen in den Welsingepolder als buitengron
den werden beschouwd en naar hetgeen daaromtrent in den ge
noemden overlooper van 1536 van van der Swalme wordt
gezegd, geen schot of watergeld betaalden.
Deze vrijdom van gescliot duurde waarschijnlijk tot aan den
genoemden verkoop der gronden in 1653 want toen in 1682
de polder weder ondervloeide verzocht de toenmalige eigenaar
Abrm. van de Pere exemptie van geschot over dat jaar en ook
dat de trekdijk voldoende zou verhoogd worden of wel dat hij
zelve die verhooging zou laten doenmitsdien voor altijd van
het geschot ontheven te zijn. Hierop geen voldoenden uitslag
krijgende komt van de Pere den 5 Augustus 1683 op zijn
verzoek terug en vraagt exemptie van geschot over 1682, 1683
en 1684 wegens voortdurende onvruchtbaarheid van het poldertje
ten gevolge genoemde inundatiewaarop hem 12 Augustus vrij
dom van het volle geschot wordt verleend voor 1682 en van
het halve geschot over 1683. Dit laatste bij previsie van
//eerstelijk te sien hoe 1 selve in 1 dragen sich sal komen te
schikken."' Nogmaals kwam een verzoek van burgemeester
Kien uithoofde van van de Peere nomine uxoris om exemptie
van de helft van geschot over 1684, hetwelk bij egaliteit van
stemmen wordt toegestaan. 1)
De Heerlijkheid Mortiere.
De heerlijkheid Mortiere, al vroeg met die van Arnemuiden
onder dezelfde heeren en daardoor blijkbaar met elkander ver
ward en vereenzelvigd, ontleende haren naam volgens Verhei je
van Citters aan het latijnsche woord Morteriadat paplanden
Zie Archief van den polder Walcheren.