291 heerlijkheden de opgenoemde rampen behoorenwaarom die hier naar tijdsorde voor beide vermeld worden, zooals wij deze op- geteekend vonden. Behalve de reeds vermelde grondverliezen enz. in 1324 en 1352 bij Welsinge en Arnemuiden uit Beij- GEnsBEEGrzijn de volgende grootendeels ontleend aan de stads rekeningen van Middelburg door Kesteloo. Van stadswege gingen er den 18 Mei 1376 met mijnheer den Abt op den zuiddijk om //te besienewat men best dicken en hoghen sal.11 Den 19 November 1404 was er een weel ge vallen beoosten de galg aan den Arnedijk en 22 Augustus 1408 kwam er bericht, dat er een groot gedeelte van den dijk bezuiden Arnemuiden gevallen was//waardoor 't land in vreeze was in te breken.11 Daarom werd de gemeente bij klokgelui te hulp geroepen om een vingerling te maken. Den 1 April 1411 bracht heer Albrecht van Aenemuiden op het stadhuis bericht, dat liet land wederom in vreeze was //van den dijk aan de zuidzijde.11 Er werd aldaar een nieuwe sluis gemaakt, (waarvoor 8 gr. per gemet moest opgebracht worden) alsmede een vingerling. Den 29 October 1413 gingen er van de regeeringsleden //met half de gemeente van de stad11 werken aan den dijk bezuiden Arnemuiden//want het land aldaar in groote vreeze stond om des vals wille, die daar gevallen was en de dijk zeer ge scheurd was.11 Over het maken van eene inlaag daar ter plaatse werd beraadslaagd. In 1415 was het land alweder in nood wegens eene groote grondbraak aldaar, waarom den 13 April het maken van een inlaag geordonneerd werd en de kosten daarvan over gansch Walcheren werden omgeslagen. Den 30 Maart 1430 gingen er van stadswege op den dijk bij Mortiere om een nieuwe in- sete (inlaag) te ordonneeren en in 1431 handelde men over het maken van eene nieuwe sluis in den Arnedijk bij Mortiere, die waarschijnlijk het volgende jaar aanbesteed werd. In 1444 besteedde men van stadswege aan het herstellen van den dijk benoorden Arnemuiden, die zeer vergaan was, terwijl in dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 297