292 jaar ook sprake is van eene inlaag bezuiden Mortiere. Op palmzondag 1446 brak de dijk bij Arnemuiden door. Het was te Mortiere //bij den casteelewaar toen eene inlaag ge maakt werd. In Januari ^447 brak de dijk alweder door, waarom van stadswege 24 werklieden derwaarts gezonden wer den terwijl den 29 November daaraanvolgende sprake is van een nieuwen dijk te Mortiere. Nogmaals brak de dijk bij Mortiere in 1449 door. //De toestand der dijken bij Ar nemuiden schrijft de lieer Kesteloo terecht//bleef steeds zorgwekkend." In November 1451 werd gewerkt aan den Arnedijkdie gebroken was //bij de Reguliere en aan de zijde van de galg." Den 7 Mei van het volgende jaar had een dijkval plaats te Mortiere. In 1453 (3 Maart) ging men van stadswege naar Arnemuiden, om te raadplegen over het maken van eene nolle aan de zuidzijde. In April 1460 werd er aan den Arnedijkdie //ingegaan was" gewerkt en ook in 't vol gende jaar had dit weder plaats. In 1467 dreigde de dijk weder te zullen ingaan en op St. Ursulenavond (20 October 1468) was de havendijk ingebroken. In 1469 moest er eene. nieuwe inlaag gemaakt worden //ant koechpart" of ook wel elders //thoechspaert" genaamd. De plaats van dit hoechs- paert wordt ons bekend uit den overlooper van 1536 door A. van der Swabne en ook uit een geteekende kaart op het Provinciaal Archiefals gelegen op het eind aan de westzijde van de nieuwe haven. Het kapittel //kosten te Arnemuiden" beloopt in de stadsrekeningen van dat jaar, namelijk van 1468, 261 en betreft meestal de dijken. Er werd een rijshoofd ge maakt en veel steen gezonken tot vermindering van de diepte voor Arnemuiden. Den 5eQ October van 1472 ging de Arnedijk in; ook door den geweldigen vloedgang van 27 September 1477 had de Arnedijk weder te lijden //bij 4 gat ter Reguliere." Tijdens een storm van 1482 werd de klok geluid, omdat //die dijk bij den molen op Arnemuiden in groote vreeze stont." Aanzienlijk waren de sommen die Middelburg besteedde om de diepte onder den wal te verminderen. In 1490 bedraagt het hoofdstuk //kosten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 298