311
terwijl het goed voorzien was van grof geschut enz. kon men
het een wel toegeruste sterkte noemen. Doch door oudheid
en slechte reparatie, alsmede te geringe gage van den kapi
tein was het nu tot eene ruine afgedaald. Al deze opgenoemde
hoofden moesten 's jaarlijks ten koste der stad Middelburg on
derhouden worden van rijssteen enz. De lengte van den zee
dijk in de Zuidwatering van de Arne tot de nieuwe haven was
475 roeden. Behalve het Wisse Huisse hoofd had men er nog
een hoofd ter weerszijden van de nieuwe haven. Ook deze
moesten door Middelburg onderhouden worden met het oog op
het diephouden van het vaarwater in 't belang van handel en
scheepvaart. Men koesterde de hoopdat voortaan het aan
gebrachte water der beide watermolens en den //gediepten mo
lendijk" krachtig genoeg zouden werken om de diepte tusschen
de hoofden aan den mond der haven te verbeteren Toch voor
zag en vreesde onze schrijver en terecht, dat het vaarwater
buiten de haven zeer versmallen zou door de aangroeiing van
de tegenover liggende groote plaat met schor, genaamd St.
Joosland, zich uitstrekkende van "t oosteinde van Arnemuiden
voorbij Welsinge tot aan het kasteel Zeeburg. Yan genoemde
haven tot aan de sluis van Welsinge was de dijk 506 roeden
lang en daaraan had menbehalve het hoofd van de Engel-
sche reede, nog drie anderen waarvan een het hoofd van het
groene Wegeling en een ander het Buizenhoofd genoemd werd,
omdat, men daar een buizenscllip (haringbuis?) had doen zinken
tot versterking van den oever, wat echter niettegenstaande de
groote kosten deerlijk mislukte, Yoorts vond men er nog het
Waakhuishoofd dat zijn naam ontleende aan een wachthuis
dat men in tijden van oorlog voor Welsinge placht op te stel
len. Alsnu noemt onze schrijver de Welsingehaven met de
sluisover welke laatste alsmede over twee sluizen in de nieuwe
haven de klacht geslaakt wordtdat zij veel zout water door
latende oorzaak waren van de groote sterfte der //beesten
van den schamelen landman. De zeedijk van de haven van
Welsinge tot Blankaartshoek was 437 roeden lang. Aan dezen