315
liet water bedolven was geweest, weder beverscbt, gedurende
welken tijd zijne gronden zeer waarschijnlijk alleen als gorsinge
voor schapen benut werden. Althans op de kaart van Levinüs
Hue te ziet men ten noorden van het eiland eene woning afge
beeld mogelijk voor een schaapherderin de omgeving van de
stelle of schaapstal aldaar wonende. Ook in het zuidelijk
deel was eene stelle aanwezigin wier nabijheid men op sommige
kaarten een diepe kilStellegat genoemdvindt afgeteekend. 3)
Behalve op deze komt de St. Joospolderalhoewel niet ge
noemd op meerdere kaarten geteekend voorals op die
van Jacob van Deventer: op een bij Guicciardijn als
mede op een in het Theatr. orb. terr. van Blaeu getiteld
//Zelandia comitatus, magnifico etc. viro D. Simoni Bellimon-
tio dd. G. Blaeu11 in Zei. Illustr. voorhandenwaarbij uit de
volgende op de laatste kaart voorkomende aanteekening van
Verhetje van Citters blijktdat deze geen vermoeden had
omtrent het vroeger bestaan van een St. Joospolder aldaar
//hoezeer het eiland van St. Joosland anno 1631 bedijkt, reeds
op deze kaart te vinden iswordt het overige van Zeeland
maar vertoond zooals het zich tusschen 1598 en 1615 bevond.
Borssele a°. 1616 bedijkt, drijft nog enz.11 3)
Bij Boxtiorn vindt men nog omtrent de eigenaars van dezen
polder opgegeven//De verdroncken dorpen in Zuijdt-Bevelandt
in het jaar 1532.TolsijndeNieulande, Kouwerve, Bat enz.
Sint Joosland etc. komen meest toe de erfglienamen van Jonchr
Philibert van Tuijl Heere van Serooskercke ende van
M In het register van huwelijksaanteekeningen te Arnemuiden komt
voor: 15 Juni 1591. Is ondertrouwt Jan Gillessen, jonc gezelle «ut den
polder bij Artiemuidenmet Jacquemeijntjen Joos j. d. van Oudenaarde
in Vlaanderen.
2) In de onmiddellijke nabijheid van het tegenwoordige Oudedorp of St.
Joosland wijst men nog op eene weide den Stelleput, die niet alleen bij
groote droogte maar ook in gewone tijden die buurt eene goede bron van
zuiver drinkwater verschaft.
3) Zelandia Illustrata 1blz. 22.
Archief VII' dl., 3d' st. 24