321 meester was herinnerden zeer oude lieden zich dat de inko mende schepen hun koers namen van Welsinge door het Croo- nensgat tusschen de Stinkaart en Sint Joosland. a). Het meest noordelijk gelegen deel van het Beslikte Gat tusschen de Wolzak en de groote plaat meer oostwaarts gele gen was na de bedijking van den Middelburgschen polder als het v Oeregat" bekendwaarschijnlijk eene verbastering van Arre of Arnegateen water in loop en richting aan de oude Arne gelijk. Bene kreek in den Middelburgsehen polder even be noorden den Langenweg gelegen is nog als Oeregat bekend. Met de benaming van Wolzak wordt nog aangewezen een blok bouwland mede in dien polder ten noordwesten van den Lan genweg gelegen. De genoemde groote plaat ten oosten van den Wolzak wordt op de kaart van A. Smallegange a°. 1633 aangeduid als de blieken tusschen Slaecke ende Beslickte Gadtaltijd is genaempt geweest Sint Jooslandzij was van Sint Joosland gescheiden door liet Crancktije eene geul in de verlande Lemmer. V. AANWINST VAN GRONDEN DOOR HET BEDIJKEN VAN POLDERS SEDERT DE 17de EEUW. De gronden ten westen en noordwesten van en langs het Arnemuidsche gat en het kanaal van Welsinge. De Oranje-, Dok- en Houwer polders. Als men in T begin der 17e eeuw de Veersche poort te Arnemuiden uitging, den Veerschen dijk op naar Veerehad men aan de rechterhand het reeds genoemd uitgestrekt schor Ten Halven Crijtedat in eigendom toebehoorde aan prins l) Boxhorn Iblz. 270.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 327