323
polder de noordelijke dijk van liet haventje waszoodat de
Houwer lag waar thans de westelijke hoek van den Oranje
polder gevonden wordt. He juiste toestand van dit terrein en
van het schor Ten Halven Crijte wordt ons duidelijk gemaakt
door eene kaart in 1613 vervaardigd door Corn. Cornelissen
Mulock op verzoek van Matthias Zegers rentmeester van
het markiezaat Veere. Reeds in 1599 had prins Maurits het
plan opgevat om het schor Ten ITalven Crijte te bedijken x)
doch eerst den 22 September 1616 werd hem daartoe door de
staten van Zeeland octrooi verleend. 3) Hen 14 October 1617
besloot het stadsbestuur van Arnemuiden om hun schor pa
lende aan dat van Zijne Excellentie den prins aan hem over te
laten voor de helft beterkoop dan aan anderenmits Z. E. 't
selve binnen zijn voorgenomen dijkage begrijpe." 3) Heze koop
is doorgegaan want in 1618 heeft prins Maurits het schor
//Ten Halven Crijte'1 benevens het //Gors van Arnemuiden"
laten bedijken. Hit werk bestond in het leggen van een zee
dijk ter lengte van 981 roeden 6 voeten volgens de richting
zooals die op de kaart van Mulock met de //lanxste roode
linie" is aangegeven en waardoor van 't schor Ten Hal ven
Crijte 283 gemeten 118 roeden en van 't gors van Arne
muiden 33 gemeten 108 roeden werden ingedijkt, te zamen dus
eene oppervlakte van 316 gemeten 226 roeden hemelsbreedte.
Heze nieuwe polder kreeg den naam van Oranjepolder.
In 1620 werden door Middelburg van de dijkputten van den
Oranjepolder houwers gemaaktom met het daarin bij vloed
opgevangen water, door middel van sluisjes het in 1616 ge
dolven kanaal door de Lemmerplaat door schuring op de ver-
eischte diepte te houden. 5) Voor de uitvoering dezer wer-
1) Kesteloo, ArnemuidenF n°. 17.
2) Provinciaal archief. Eerste octrooiboekblz. 201.
3) Kesteloo, Arnemuiden, F n°. 17.
4) Zie meergenoemde kaart van C. C. Mulock.
5) Kesteloo, Arnemuidenblz. 1820, F nos 14, 15 en 17.