328 tot liet rijksdomein. De heer D. Dronkers te Middelburg die om zijn ondernemingsgeestvooral door wat bij gedaan heeft tot bevordering van den aanleg van den Zeeuwschcn spoorweg in aangename herinnering zal blijven voortleven had ook het oog op het Plaatje geslagenom daarvan het bedijk- bare gedeelte in te polderen. Hij trad met het rijk in onder handeling over den aankoop dezer grondenmet zoo gunstig gevolgdat hij volgens aktegepasseerd voor den notaris D. J. van der Horst Serlé dd. 12 October 1846, eigenaar daarvan werdook het recht van verderen aanwas behoorde aan den kooper. 1Reeds het volgende jaar werd tot de be dijking van het westelijk deel van genoemd schor besloten. De eigenaars (de heer Dronkers had toen tot medeeigenaar II. D. von Brücken Pook) schreven daartoe den 8 April 1S47 eene geldleening uit van f 52000verdeeld in 52 aandeelen elk van f 1000. de aflossing zou plaats hebben in termijnen van minstens 4000, te beginnen met 1 Mei 1850. Door de eigenaars werd de geheele in te dijken polder met toebekooren verbonden bij eene notarieele aktemet speciale volmacht tot den verkoopingeval door hen niet aan hunne verplichtingen mocht voldaan worden. 2) De bedijking volgde in hetzelfde jaar 1847 en de nieuwe bedijkte polder, ter grootte van 67,08 PI. A. kreeg den naam van Sehastiaan de Langepolder. Deze benaming is ontleend aan den Veerschen admiraal Sebastiaan de Lange die op den 22 Mei 1572 op den Lemmer, ongeveer ter plaatse waar thans de polder gevonden wordtmet vier Spaansche schepen slaags geraakte en na een scherp gevecht door de Spanjaarden geënterd werd. ïn plaats echter van zich over te geven stak 1) Volgens eene kaart van de Oranjeplaat in 1846 vervaardigd door P. Janse, geadmitteerd en beëedigd landmeter. 2) J. P. van Visvliet. Inventaris der handschriften van hef. Zeeuwsch genootschap der ■weienschappen te Middelburgblz. 61. Aanteekeningen be treffende de bedijking van de Oranjeplaat door mr. S. de Wind.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 334