332 1889 de dijk op liet noordwesteinde nog niet geheel wa,s afge werkt is door overstorting gedurende liet middagtij van den 9 de dijk bezweken en vloeide de polder in. Eerst den 11 daaraan volgende was liet zeewater door de sluis afgevoerd en de pol der weer droog geworden. Het zeewater heeft intusschen veel schade aan den polder berokkendzoodat er eenige jaren zullen moeten verloopen eer dit nadeel geheel hersteld zal zijn. Was in 1847 de Se- bastiaan de Langepolder reeds gevoegd bij Arnemuidenbij de grensregeling tusschen deze gemeente en 's-Heer Arendskerke en Wolfaartsdijk in 1877, werd ook de Calandpolder bij Arne muiden ingedeeld. Eene groote verbetering voor het Plaatje kwam in 1879 tot stand door den aanleg van een dam van de zuidzijde van den Galand- naar den Schengepolder. Die dam, aanvankelijk slechts tot gewoon hoogwaterpeil opgewerktliep dikwijls onder water en was daardoor onbruikbaar. Later is hij echter verhoogd en verzwaardzoodat men thans ten allen tijde het Plaatje van de Zuid-Bevelandscke zijde zoowel te voet als per rijtuig kan bezoeken. DE GRONDEN BEWESTEN ARNEMUIDEN. Het Molen poldert je, de Zoutkeeten enz. Aan de westzijde van Arnemuiden werd in den hoek, ge vormd door den dijk van Walcheren en den wal van Arnemui den ter plaatse, waar in A begin der 16e eeuw een scheepsdok bestaan heeft, in 1661 het Molenpoldertje bedijkt, aldus genoemd naar den aldaar op den dijk staanden korenmolen. Middelburg protesteerde tegen de bedijkingdie op kosten van Arnemuiden werd uitgevoerd en beweerde Techt op die gronden te hebben als ambachtsgerechtigde van Nieuwerkerke. De be- De Stoppelaar Inventaris Oud Archief 12171581 en Zelandia IlhistrataIblz. 260 en verv.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 338