334.
stonden er vele langs den dijk gebouwd en van het eilandje
met de zoutkeeten wordt reeds in 1530 melding gemaakt.
Volgens Kesteloo zouden er 31 te Arnemuiden bestaan
hebben, waarvan de laatste in 1850 gesloopt werd. Ook
aan de zuidzijde der Arne werden eenige keeten aangetroffen.
De toestand van het terrein der zoutkeeten omstreeks het midden
der vorige eeuwtoen de pannering te Arnenraiden druk uit
geoefend werd, wordt ons duidelijk gemaakt op de kaart van
het Arnemuidsche gat van het eind der Middelburgsche haven
tot het Sloe enz., door J. Massol-, in 1754"vervaardigd.
Tusschen de Arne, de oudste haven van Middelburg en de
haven in 1532 tot 1535 gegraven, ligt het terrein der Zaagmo
lens. Dit terrein werd in 1601 //het Strodijlcske11 genoemd. 2)
Tijdens het graven der haven lag er een strookje schor voor
den Walclierschen dijkwaarop het Oosthavenhoofd als ver
lengde van den Oosthavendijk werd aangelegd en tot aan het
diep doorgetrokken. In 1601 werd door Middelburg haar
//gerecht11 of galg op dit schor geplaatstwaartegen door Ar-
nemuiden heftig geprotesteerd werd. 3) Het bestuur van Ar-
nemuiden meende, dat dit schor tot het ambacht Mortiere be
hoorde, terwijl dat van Middelburg het beschouwde als een
aanwas van het ambacht de Havman. De heeren van Middel
burg lieten er evenwel de galg oprichten, die den 4 Juli 1601
door die van Arnemuiden in stilte werd afgebroken. Arne-
muiden werd echtervolgens bericht van den commissaris
Nico laas CjiojIHOET bij //provisioneele sententie11 van den
Hoogen Raad gecondemraeerd11 om de galg weder op te
richten. Den 4 Juli 1601 stond liet stadsbestuur van Arne
muiden aan dat van Middelburg toe om eene houten galg te
zetten aan deze zijde van de haven //mits dat ten eeuwighen
Zelandia Illustrata I, blz. 615.
2) Kesteloo, ArnemuidenM. u°. 11.
3) Ibid. Notulen van Wet en Raad van Arnemuiden, 8 Mei, 3 Juni,
4 Juli, 15 Juli 1601 en 6 Januari 1603.