351
nu liet geldt de roomschgezindheid te onderdrukken en de
nieuwe leer ingang te doen vindenrichtten de geloofsijverige
predikanten vooral hun oog op de scholen.
28 Augustus 1577 dringt de kerkeraad bij de stedelijke
overheid aan om acht te nemen op de scholen betreffende de
reijne leere 1). Dientengevolge werden 23 November bij 1
collegie van Wet en Raad gecommitteerd Robert Jansz Simon
Jansz van Romen en Mathijs Jansz. //om alle de scholen
deser stat te visiteren ende acht te nemen op de leere vande
religie die den kinders by den voorz. sckoelmrs voorgehouden
wort." De kerkeraad herhaalt zijn verzoek 30 Maart 1580
//also daghelicx vele schoolmrs overcomen, die hier in de stat
scolen oprechten zonder te wetenwat zy voor opinie hebben
tot groote disorden ende corruptie van de jonghe jueght."
Wederom worden, 20 April, Robert Jansz. ende de Lanoy
scepenen ende Simon Jansz. gecommitteerd om alle scholen te
bezoeken en orde te stellen dienende tot de christelycke politie
ende namentlic dat nijemant zonder consent van burgemeesters
ende scepenen eenige schoele zal moegen houden.
De behoefte aan eene vaste regeling en toezicht op de onder
wijzers en het onderwijs deed zich hier en elders hoe langer
hoe meer gevoelen. De geloofsvervolgingen in de Zuidelijke
Nederlanden dreven eene menigte min of meer geleerde mannen
naar het Noorden. Yele vestigden zich als onderwijzers en deden
het aantal scholen verbazend toenemen. Men zie bij Kesteloo
de lijst der onderwijzers die zich tusschen 1581 en 1596 hier
neerzetten.
Zoo gingen dan in 1583 de staten van Zeeland er toe over
het Placaet ende Ordonnantie van de schoolordeninghe uit te
vaardigendie men voortaen sal houden ende observeren binnen
den Lande ende Graefschappe van Zeelandt. Aangezien deze
Actaboelc 28 Augustus 1577.
2) Archief Zeeuwsch genootschapVII, 1, blz. 89.