•355 de stadt van Ghendt in welcken gevalle alleenelyk ende om geen ander oorsaecke sal moglien den dienst deser stadt ver iaeten 1).'" Men hoopte dus, dat de Calvinistische scholen te Gent later weer zouden hersteld worden. Wel moet mr. Lucas een man van bijzondere gaven geweest zijn als men kon heen stappen over het groote bezwaar, dat zijne blindheid opleverde. Dit vermoeden wordt bevestigd door WBaudaütius die een leerling der Gentsche school geweest is. Hij zegt in zijne autobiographie 2)//Conrecter was eenen Claisonius een blind mandie zijn debvoir wel dedeende is nae de destructie ende verloop der schole binnen Gent geworden reeter scholae binnen Middelburch." Het is evenwel niet geblekenof men in hem den man gevonden had, die de school weder tot eere zou brengen, want de doodboeken melden, dat 10 December 1584 begraven is mr. Lucas Clayssone //de blinde rector." Het is zeer wel mogelijk, dat mr. Lucas door ziekte verhinderd is geworden zijne betrekking te aanvaarden 3). Immers was dit 10 November nog niet het geval, want in het Actaboek lezen wij onder dagteekening van 10 November het volgende besluit van den kerkeraad: //Diewijle men verstaat dat Vennius van zijnen dienst geremoveert zynde noch zal schoole houden ende costgangers houden (niet) sonder schade van de stadtschoole 'tso is beslooten dat de ministers met eenen ouderling de Bur- ghemeesters sullen aenspreeken hen biddende dat se sulcks willen beletten.1"' In elk geval heeft de geremoveerde rector Vennius na 1 Januari 1585 het rectoraat niet meer waarge nomen. Immers alleen tot dien termijn werd hem zijn salaris uitbetaald. Hoewel men hem hier onbruikbaar had gevonden, kreeg hij toch weldra weder eene betrekking. De stad Arne- Register civil fol. 32 v. 2) Zie Croniek van het Hist. Gen. te Utrecht1S49, blz. 225. 3) Evenwel werd volgens de stadsrekening 158415^5 aan zÜue weduwe uitbetaald volgens hare requeste «een vijfde van zijn jaarlijkscli salaris d. i. 10 pd., hem competeerende van de stad uijt cracbte van syn rectorschap."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 367