•357
stelde en bezoldigde ondermeesters is nog geen sprake. Wel
zullen zij er geweest zijn, doch hunne namen blijven onbe
kend, daar zij geen stedelijke ambtenaren waren. Slechts bij
toeval blijkt het af en toe wie er geweest zijn. Zoo vinden
wij den naam van een hunner in het Actaboek van den kerke--
raad. Op 19 Mei 1590 nl. is beslotendat men '/Leonardtjm
Moyaert ondermeester in de Latijnscke schole alzoo grote, hoope
is dat ky de gemeinte Gods in den dienst des woorts hiernaer
soude moghen dienst doen ende hij niet wel in het habyt is
voorsien sal van behoirlicke kledinghen van hoofde tot de voete
ende een en mantel.'1 De ondermeesters leidden dus een zeer
armoedig bestaan. Moyaert was geboren te Herentals. In
1600 was hij predikant te Domburg 1). Yier jaren later werd
hij beroepen te Londen, waar hij in 1606 overleed, zeer be
treurd door zijne gemeente, //want hij was overmids zijne ge-
leertheidgodsaliglieytnederigheyt ende andere deughden
also zeere in de gemeente bemint als eenige van de voorgaende
leeraars 3)."
In het tijdperk van 15741591dat wij nu achter ons heb
ben, is de toestand der school niet voorspoedig geweest. Aan
den eenen kant was behalve de verandering in het godsdienstig
onderwijs alles op den ouden voet geblevenaan het gebouw
was niets gedaan en het gehalte der onderwijskrachten was
althans tot 1584 niet verbeterd. Aan den anderen kant had
men naast de Latijnsche stadsschool een groot aantal particuliere
scholen, onder welke er zonder twijfel ook waren, waarin Latijn
geleerd werd. Zoo b. v. hield de vroegere rector 1 ason van
Langemeersche 3)die 17 April 1580 tot de hervormde ge
meente was toegetreden 4), eene school op den Korten Burcht
Janssen en van Dale, BijdragenI, 182.
3). Werken der Marnix-vereenigingIII, I, 193 en 230.
3) Zie Eerste Tijdvak, blz. 224 vv.
4) Lidmatenboek 17 April 1580.