•362
begraven in cle Oude kerk Zijne weduwe ontving bet trak
tement tot 15 Januari 1599.
Ook Miggrode verlaat in 1598 zijne betrekking om zich in
den predikdienst te begeven. In zijne plaats kwam Justus
Liraeus een zeer begaafd jongmensch, omtrent wien Schotel
in zijn werk de Academie te Leiden, blz. 118, heeft op-
geteekend, dat tot het kringetje van bijzonder begaafde jonge
lieden die Scaliger op zijn studeerkamer ontving en met wie
hij vertrouwelijk omging ook behoorde Justus Liraeus. In
159é was hij zijne studie in Leiden begonnen als artium "li
ber alium studiosus en aanvaardde 4 jaar later alhier zijne eerste
betrekking. Hij ontving aanvankelijk evenals zijn voorganger
40 pd. Niet minder dan 32 jaar is Liraeus aan de school
verbonden geweest. Aan dat lange verblijf, aan zijne groote
toewijding had de school veel te danken.
Op Jason van Langemeersche volgt 15 Januari 1599 om
de jonchkeit te institueren in Grieksche en Latijnsche spraecke
onder den rector Grütero 2) Enoch Sterthemius. Deze
Enoch, in 1576 in Engeland geboren, was in 1593 3) alhier
aangenomen als stadsalumnus. Hij zal worden onderhouden
//van costcleeren -ende boeckcn ende andere nootelycheden totter
studie gerecpiireertbelovende //dat hy sal zvn ende blyven
ten dienste van de stad ofte kerckendienst aldaer," Den 11
Juli 1596 werd hij tegelijk met Ant. Walaeus te Leiden
ingeschreven als theologant.
Bij zijne aanstelling als ondermeester in 1599 blijft hij nog
bursaris van de provincie en ontvangt als zoodanig jaarlijks
25 pd. De stad legde hem toe een jaarlijkseh salaris van 50 pd.,
waarvan zij echter slechts de eene helft betaaltterwijl de
andere helft zal gevonden worden uit de penningen der gemeene
zaken. Hiermede worden bedoeld de 25 pd., die hij van het
's Gravezandk blz. 478.
2) Reg. Civ., fol. 108.
3) Reg. Civ., fol. 58.