365
klasse werd opgedragen. In Reg. ten Rade 27 November 1607
wordt hij genoemd Hypoclidascalus -1). Hij bleef dat tot 1621
toen hij overleed als praeceptor der vierde klasse 2).
De betrekking van P. Montanüs wordt gedurende 9 maan
den waargenomen'door Johannes Grelliüs. Wanneer de data
in de stadsrekeningendie in dezen onze eenige bron zijn
niet bedriegendan heeft de school van 16031604 voor het
eerst vier onderwijzers gehad. Na 1604 is het getal gedu
rende eenige jaren weder beperkt tot drie.
In 1604 schijnt Liraeus gedurende een half jaar buiten
betrekking te zijn geweest. Op 1 Januari 1605 besluit Wet
en Raad gehoord het rapport van curatoren hem weder in
dienst te nemen en zijn traktement te verhoogen tot 50 pd.
Tegen het einde van 1605 wordt hij benoemd tot rector te
Woerden 3). Hij bedankt en op grond daarvan wordt zijn
salaris andermaal met 100 gulden verhoogd, maar hij moet
daarvoor op zich nemen //de lessen in catechismodie ds. Jo
hannes Isenbach tot hier gedaan heeft" Deze schijnt
daartegen geprotesteerd te hebben en eenige dagen later werd
besloten dat Isenbach met zijne lessen zal voortgaan //met dien
verstande nochthans dat hi t selve zal doen ten biwesen van
de joungers dewelcke in het Latyn zoo ver zyn dat zy kunnen
verstaen tgene hi is doceeTende 5). De rector zal blijven on-
1) Hij wordt in de stadsrekeningen herhaaldelijk ten onrechte Conrector
genoemd. In die van 160S wordt die titel aan alle ondermeesters gegeven.
2) Register ten Rade 3 Juli 1621. Hoewel zijn traktement allengs tot
62 pd. 10 sch. gestegen washeeft hij toch met zijn gezin een zeer ar
moedig leven geleid. Om hem in staat te stellen fatsoenlijk voor den dag
te komen, moest de stad hem 2 Juli 1616 vijf pond geven «tot syne cle-
dinge." In 1618 gaf hij uit: Collegium Scholasiicumvoor welks dedicatie
hij van de stad ontving 6 pd. Register ten Rade 2S Juli 161S.
3) Reg. civ. 148.
4) Register ten Rade 10 December 1605.
8) Ds. Isenbach, wiens opleiding door de stad bekostigd was, was
sedert 1582 predikant alhier. In de Rekening van extraordinaire imposten
van 1601 fol. 8 lezen wij: Betaald Johannes Hitzenbach i jaar gagie