366 der wijzen in de leer van 't oude testament en met Liraetjs zal men accordeeren nopende zijn verzoek tot augmentatie van zijn traktement. De slotsom is dat de raad zijn eiscli betref fende de lessen in catecliismo laat varen en Liraeus eenvoudig 100 gulden meer krijgt. In liet volgende jaar werd door het college van Wet en Raad beslotendat voortaan allendie door de stad aangeno men waren om in de studie te worden opgeleidzullen moeten wonen in de Latijnsche schooltotdat curatoren hen naar eenige hoogere school zullen zenden. Zij die elders in eenige school besteed zijnmoeten na afloop van het loopende kwar taal wederom in deze school komen inwonen 1). De reden tot dit besluit is niet ver te zoeken. Het aantal leerlingen was in dien tijd zeer verminderd. Het gevolg was, dat het bedrag der minervaliëndie de rector trokachteruitging. Om dezen dus eene schadevergoeding te bezorgen vermeerderde men het aantal der kostjongens Reeds drie jaren vroeger moet de toestand der school ongun stig geweest zijn. Volgens het Register ten Rade werden 17 October 1603 2 schepenen en 2 raden gedeputeerd //om op maendage naestcomende benevens de curateurs op alle voorval lende saecken der voorn, schoole ende 't bewint van dien raeckende te besoigneren ende voorts alles te doene wes zy met den anderen tot goede order nodich sullen bevinden.-''' Een en ander schijnt den achteruitgang der school niet te hebben kunnen tegenhouden. In 1607 was het zoo erg ge worden, dat 19 Mei (Register ten Rade) burgemeester Jottax Veth met 2 schepenen en 3 raden "werd opgedragen om bene vens de curatoren //voor haerlieden te ontbieden zoowel den rectorem als conrectorem ende vuyt de selve te verstaen de ter cause van 't doen van twee wekelijke lessen in den catecliismo om de studenten in de ist0 en 2de klasse der Lat. scliole in de fundamenten dei- ware christelycker religie te onderwysen 16, 13, 4. Register ten Rade 12 Augustus 1606.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 378