376
syne gepretenteerde gagie" Het gevolg was, dat 30 Maan
een salaris van 400 gulden 2) per jaar werd toegekend en mer
besloot hem nog een half jaar te continueeren. Men had toer
reeds naar het schijnt eenige vrees, dat de zaak geen levensvat
baarheid zoude hebben. Toch hield men nog een jaar vol, 20
Juli 1613 echter werd bij 't college van Wet en Baad goedge
vonden, dat eenige commissarissen zullen hebben te letten "oft
de hooge sehoole langer in dese stadt soude dienen gecontinu-
eert"" 3). Tevens besloot men eene poging te wagen om van
heeren staten van Zeeland //eenig collegium theologicum te ob-
tineeren." Toen men een half jaar later nog geen stap verder
was, besloot men, om Meyvaert te kunnen houden, met hem
te handelen //ten einde denselven eenige lessen tsy tot drie ofte
vier (daags) in de Latynsche sehoole soude doen zonder dat
nochtans wert verstaen de stadt met eenige vermeerderinge van
gagie te mogen beswaeren" 4), 8 Februari 1614 rapporteeren
curatoren, dat zij Meyvaert in de Latijnsche school hebben
geintroduceerd //die aldaer (boven de ordinarisse publice lessen
by hem te doen) als noch zal doceren drie lessen'" 5). Het
traktement van 400 gulden blijft onveranderd totdat Walaeus
in 1619 te Leiden tot professor benoemd, de stad verlaat 6).
Toen nl. werd beslotendat diens lessen zoo in de Grieksche
taal als catechesis zullen worden verdeeld. Ds. Enoch Stek-
themius zal de lessen in de catechesis op zich nemen en het
daarvoor vroeger gebruikelijke traktement van 100 gld. genie
ten. He overige lessen worden opgedragen aan Liraeus en
Meyvaert. Het salaris van dezen zal ten aanzien van de
Grieksche lessendie hem in secunda classi zullen worden be-
Register ten Rade 10 Maart 1612.
2) Het traktement van Gomarus en Meyvaert vindt men verantwoord
in de Rek. van extraord. Imposten.
3) Register ten Rade 20 Juli 1613.
J) Register ten Rade 21 December 1613.
5) Register ten Rade 8 Februari 1614.
e) Register ten Rade 24 Augustus 1619.