380 1627 wercl eene commissie uit Wet en Raad opgedragen om met de curatoren een onderzoek in te stellen en te zien, dat alle disorderen ende abuysen mochten werden geweert ende dat de gagien aldaer gegeven wel mochten werden besteet Dit onderzoek leidde tot het ontslaan van Tonsorius in wiens plaats werd gekozen 21 Augustus Jaspar Adriansz. Perduyn Deze krasse maatregel liad evenwel geene radicale genezing van den ongezonden toestanddie in de lagere klassen heerschte ten gevolge. Anderhalf jaar later moest ook Claphecken worden ontslagen. "Alzoo A zoo lezen wij in de Resolution ten Rade van 3 Februari 1629 "Bgmrs, Schepenen ende Raed niet alleene vuyt publique geruchten maer oock door naerder ondersoeck bericht zyn van de quade comportemente ende on tuchtig leven in ambiguis secretis van mr. Jan Claphecken praeceptor quintae et sextae classis scolae waerdoor hy zelfs in veraclitinge is comende by zyne discipelen is naer deliberatie van Rade hierop gehouden by 't collegie van W. ende R. ge- resolveert den voorz. Claphecken te veriaeten ende deporteren midts desen van syne bedieninge in de schole met interdictie van deselve schole van nu voortaen meer te frequenteren oft Ter aanvulling en verbetering van hetgeen tot nu toe bij Vrolikhert. de t.a Rue e. a. omtrent dezen paedagoog te lezen staatdiene het vol gendeVolgens het Register ten Rade i Mei 1621 werd aan Jasper Adri- aenzen stud, theol. en alumnus dezer stadeene verhooging van zijn stipendium met 25 pd. vl. 's jaars toegestaan om eerstdaags tot vorderinge zijner studiën te reizen naar Vranckryck voor den tyd van 2 jaren ende niet langer. Zijn alumniaat eindigt in 1626, toen hij tot predikant werd beroepen (Register ten Rade 19 December 1626). 21 Augustus 1627 werd door Wet en Raad besloten «dat Jaspar Adrianides Perduyn in de Lat. schole zal werden gebruickt tot praec. quartae classis." Uit deze bewoor dingen blijkt, dat men over dien J. A. Perduyn kon beschikken en dat hij niemand anders is dan de zooeven genoemde stadsalumnus Jaspar Adri- aenzen. 4 Januari 1631 werd hij bevorderd tot praeceptor honorarius der hoogste klasse en vertrok na Paschen 1633 als rector naar Zierikzee. Volgens zijn naam kan hij niet geweest zijn de zoon van den burgemeester Simon Jaspersz Parduin. Vgl. Schotel lil. school te Dort, blz. 80 v. en Nagtglas Levensberichten. va?i Zeeuwen II342.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 392