•387 zal aannemen tot Rector van de Hieronymi Sclioole alhier11 x). Ten gevolge van deze beiioeming vroeg Liraeus zijn demissie. Dezeverrassing was voor Middelburg des te onaangenamer omdat men niet alleen een zeer verdienstelijk rector zou ver liezen maar ook wistdat men bij de benoeming van een op volger op een groote moeielijkheid zou stuiten. Immers was de oeconomie met den rectorstitel en de rectorswoning nog steeds in liet bezit van ds. Buitsrus die naar men terecbt vreesde niet genegen zou zijn zicli terug te trekken. Evenwel meende men zonder verder pogingen te doen om Liraeus van zijn be sluit' terug te brengen het gevraagde ontslag te moeten geven. Curatoren werd opgedragen Liraeus voor zijnen goeden lang- durigen getrouwen dienst te bedanken en hem van stadswege te vereeren //met een coppetasse oft schale ter waerde van om trent 100 gulden metten burgh oft stadtswapen 'daerin ende sulcke andere figuren daernevens als ghemelte Heeren Curatores naer vereysch van zaecken oirboirlick achten sullen1'' 2). Kort daarna werd David Somerus wien samen met Liraeus het onderwijs in de beide hoogste klassen was opgedragen, tot predikant te KapelleBiezelinge beroepen, Wegens het vertrek van beiden werd 19 October 1630 eene commissie uit Wet en Raad benevens curatoren gemachtigd te beramen eene provisio- neele regeling uit te zien naar een of twee andere bekwame personen en om me van ds. Bursio te verstaen zyne intensie over zyn verblyff in de schole. Curatoren traden in onderhandeling met Abraham Merius, rector te Zierikzee. Merius kwam over en verklaarde, dat hij wel genegen was de betrekking aan te nemen doch stelde de conditiedat hem het volle rectorschapdus met de oeconomie zoude worden opgedragen. Maar Bursius wilde zelfs tegen aanbieding van eene behoorlijke schadevergoeding van zijn rectors- Caspar Burmannus Trajectum Eruditum en Reitz de Gymn. Mediobblz. 9. 2) Register ten Rade 23 Juni 1630.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 399