•388
titel en verrlere rechten geen afstand doen. Met het oog op zijn
hoogen leeftijd en het vooruitzichtdat na eenige jaren de I
oeconomie vrij zoude wordenzeide Meuius de betrekking te
willen aannemen mits hij het recht kreeg te zijnen huize al j
vast te mogen houden zes domestieke commensalen. Aangezien
echter deze eisch in strijd was met het recht van Buitsrusdat i
alle kostjongens hij hem moesten inwonenen men begreep
dat daardoor weer nieuwe swaericheyt ende onlusten zouden
ontstaan zag men van verdere onderhandelingen met Merius
af hem voor zijne moeite en onkosten aanbiedende een okshoofd
franschen wijn 1).
Br schoot nu niets anders over dan dat men den bekwaam-
sten der aanwezige praeceptoren provisioneel de lessen in de
hoogste klasse opdroeg. Men koos den praeceptor der TVde
classe Perdij yn die vroeger rector te Goes was geweest. Hij
kreeg den titel van praeceptor honorarius en behalve het door
Liraeus genoten traktement van 500 gld. 150 gld. uit de
minervaliën met toezegging van eene vereering van 25 of 30
gld. naar merite aan het einde van het jaar onder voorbehoud
dat de stad het recht behield hem zijnen dienst op te zeggen
in geval van indispositie of anderszins. Klaarblijkelijk wilde
de stad zich met het oog op den hoogen leeftijd van Bursitis
niet binden. Men hoopte datals straks de oeconomie vrij viel
en men met eene royale aanbieding voor den dag zou kunnen
komenmen wel een man van naam en ervaring zou vinden
die de school met kracht en beleid zou kunnen besturenwat
hard van noode was. Het accoorddat curatoren met Perduyn
hadden gesloten, werd Januari 1631 door Wet en Baad ge-
approbeerd. Tot praeceptor der vierde klasse ter vervanging
van Perduyn werd benoemd Assuerius Beckius, vóór dezen
conrector te Breda op het daartoe staande traktement van 50 pd.
benevens 10 pond voor de lessen in het schrijven //met verder
toezegghinge dat hy op zyn verzoek naer merite met een ho-
Register ten Rade 4 Januari 1631.