393 college, bedankte in de eerste plaats voor de bewezen eer ten tweeden voor het faveur hem bewesen in de collatie van de oeconomie ende rectorschap van de Latynsche school, met verklaringdat hy wel van meyninge was geweest in deselve bedieninge te continueren soo langlie hem. God de heere het leven zoude verleenenmaar also hem tselve alsnu midts liet afsterven van syne huysvrouwe alte beswaerlick zoude vallen dat hy daerom syne bediening is resignerendeversoeckende dat 't college hem zoo haest doendelick sal wesen gelieven te- ontlasten ende een ander bequaem persoon mette bedieninge te voorsien alsoo hy niemant anders tot syne hulp in de schole weet te nemen dan syne dochter Paneel dwelck hy bedencke- lick vint om gheene prejuditie te legglien in de resolutie die dheeren van Wet en Baad over de voorsieninghe van de schole zullen believen te nemenrecommandeert daerbenevens dat dheeren souden believen te letten op personen die bekent zyn niet door recommandatie maar door bevindinghe ende van suf- santé geleertheytende genegentheyt om in de sckooldienst te continueren ende vooral professie doende van de ware gerefor meerde religie.'1 Het college bedankte voor de goede diensten door hem en zijne huisvrouwe in de bediening van de school bewezen en zeide dat op syn verdere propositie metten alder- eersten t ware merglien oft overmerghen zal worden geresol- veert 2). Ook nu werd niettegenstaande men de eigenlijke be doeling van Buitsrus zeer wel begreep, de beslissing in deze zaak uitgesteld totdat Buns einde April was overleden. Daags na de begrafenis kwam bij Wet en Baad eene notificatie in van de kinderen van den overledene, dat zij de school liefst zoo spoedig mogelijk wilden ontruimenverzoekende in de oeco- De oeconomus was verplicht des avonds toezicht te houden over het huiswerk der kostleerlingen en het geleerde met hen te repeteeren. Deze repetitielessen werden vroeger door Bürsius aan Liraeus opgedragen waarvoor de oeconomus jaarlijks 100 carolusguldens aan Liraeus moest be talen. Zie Register ten Rade iS Mei 1613. s) Register ten Rade 13 Januari 1634.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 405