400 vergoed door liet grooter bedrag der schoolgelden. Zoolang liet aantal leerlingen hetzelfde bleefwas het inkomen der mees ters zoowat hetzelfde als vroeger. In October 1651 werd in plaats van D. Meye.ii als praecep- tor der 2 laagste klassen benoemd Henricus de Klerck Meyer schoof op naar klasse 4 om de plaats in te nemen van den verdienstelijken Jons. Becius die om zijn neersticheyt en goede debvoiren geprezen werd 3). In het begin van 1652 overleed Jacobus Gruterus in wiens plaats werd benoemd de oudleerling der school David Molenijser 3) met conditie, dat hij zijn dienst niet verlaten mocht zonder consent van curatoren. Hij bleef praeceptor der 3de klasse tot 1666. Meyer werd tegen het einde van het jaar als predikant beroepen naar St. Kruis in Vlaanderen en vervangen door IIenri de Clerck die tot nu toe de laagste klassen had onderwezen. Deze werden nu toevertrouwd aan Johannes d'Angru 4)die in het voor jaar van 1650 van de school gepromoveerd was en op kosten van de stad had gestudeerd. Hij bleef in zijne nederige be trekking totdat hij in 1679 overleed. Na de vele veranderingen in het personeel kwam nu een tijd van rust. Van 16531666 had geenerlei mutatie plaats. Het spook concurrentie met de Latijnsche schooldat in het eerste tijdvak door de regeering zoo dikwijls en wel eens met harde hand bestreden werd, daagt eindelijk weder eens op. In Register ten Rade 23 November 1652 lezen wij daaromtrent het volgende//Dewyle bericht werd gedaendat eenen Johannes Jonassen voorlezer van de Engelsche kercke alhier hem soude hebben onderwonden aantestellen eene Latyn- sche scola is verstaen de heeren regeerende en oudt burge meesters te versoucken sich daerop te willen informeren den J) Zie over hem de la Rue, blz. 79. 2) Register ten Rade 16 October 1651. 3) Gepromoveerd naar de Academie in 1636. 4) Register ten Rade 14 December 1652.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 412