401
voorz. J. Jonassen voor kaer te ontbieden ende het aenstellen
of houden van een schole 't interdiceren also haer EdAgtb.
verstaen dat buiten de publycque schole geene magh werden
gehouden Overigens had de school eer te veel dan te weinig
leerlingen. Het getal neemt vooral na 1652 sterk toe zoodat
liet in 1657 142 bedroeg, het hoogste cijfer dat voor en na
dien tijd bereikt is 1).
Eenige jaren later in 1659 deed zich een feit voordat
eenig is in de annalen van onze school. He rector Wilmer-
donck werd benoemd tot schepen dezer stad. Heze betrekkin
gen waren onvereenigbaarwanneer de rector zijne taak be
hoorlijk wilde vervullen. Men vond derhalve goedomdat
Z.Ed.Achtb. door deze zijne besoignes nu niet meer wel ende
gevoughelyk alle de lessen in prima doen en kon provisione-
lycken den conrector Hoorenbeek tot solaes van den heer Wil-
merdonck de primanos eenige lessen te laeten voorhouden 2).
Toen na 1652 het getal leerlingen tot ver over de 100 ge
stegen was en aan de werkzaamheid der onderwijzers hoogere
eiselien gesteld werden dan vroegerbesloot men den conrector
en den praeceptoren telkens voor een jaar een extra honorarium
van 100 gld. ieder toe te kennen. Na eenige jaren moesten
de heeren van de Wet telkens door requesten der praeceptoren
om betaling aangezocht wordenen toen een hunner zich in
1667 onderwond in zijn request te laten doorschemeren, dat hij
Mr. G. A. Fokker schreef in 1875 eene verhandeling over de bevol
king van Middelburg Archief van het Zeeuwsch GenootschapIIIe deel 2de
stuk). Hij vond, dat het zielental in 1650—1660 30000 bedroeg en de
stad toen haar hoogste toppunt van bloei bereikte. Van 16301660 klimt
de bevolking telken jare met ongeveer 200 zielen. Van 16601680 daalt
zij in gelijke mate. Het aantal leerlingen der school klimt van 89 in
1630 tot 142 in 1657 en bedraagt in 1680 nog slechts 79. De bloei dei-
school had dus eene zeer natuurlijke oorzaak en moet niet gezocht worden
in de voortreffelijkheid der leerkrachten. Integendeel, de meeste praecep
toren waren jonge liedendie zoo van de hoogeschool komende aangesteld
werden.
2) Register ten Rade 1 November 1659-