405 aan jongensdie de Latijnsche school nog niet hadden gepas seerd. Daarom werd 7 October goedgevonden te persisteren bij de voorz. resolutie en ds. Surendonck ende allen anderen te gelasten zich naar genoemde resolutie te gedragen. Dit feit uit Surendoncrs leven is, voor zoover ik kan nagaan tot nu toe onbekend gebleven. Hij was na rector in Goes te zijn geweest in 1670 in den Haag conrector. In 1674 ver trok hij van hier naar Dordtwaar hij Schalcken als rector opvolgt. Het getal der leerlingen, steeds afnemende, was in 1678 gedaald tot 62. Ten gevolge van het besluit van 7 October 1673 waren de inkomsten der onderwijzers zeer achteruit ge gaan. Met d'Angru die sedert 26 jaar in de nederige positie van praeceptor der laagste klassen gebleven was, was het zoo erg geworden, dat de regeering der stad zich over den ouden zwakken man ontfermde en hem toestond dat zijne dochter rouwmantels en pellen mocht verhuren, zoodra er een plaats door overlijden open zou komen 1). In 1679 stierf d'Angru en werd het conrectoraat vacant door het beroep van A. van den Heuvel tot predikant te Elcker- seel. Martinus Martens werd bevorderd tot conrector wegens sjne bequaamheijt en goede diensten soovele jaaren achter den anderen aan de school gedaan. Tevens besloot men wegens het geringe bezoek het derde praeceptoraat op te heffen en de zaken zoo te regelen, dat de praeceptor der 4de klasse Henricus de Glercq werd belast met het onderwijs in de laagste 3 klassen met de tirones. Aangezien door deze combinatie liet traktement- van den praeceptor der 5dc en 6de klasse, bedragende 500 gld., werd bespaard, vond men goed aan de Glercq voor zijn ver zwaarden dienst 50 gld. verhooging toe te staan. Na 1683 verdwijnt de 6de klasse. De notulen van curatoren beginnen in 1684. Vandaar dat wij alleen uit de naamlijsten der leer- l) Register ten Rade 3 December 1678.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 417