4-23
elders zonden. Dat de school bij velen niet gewild waslag
zeker niet aan het college van curatoren want juist in die
jaren toonden zij bijzonder veel ijver om de school te verbete
ren. Zij weerden niet alleen de concurrentiemaar werkten ter
zelfder tijd een zeer uitvoerig reglement uit, dat wij als bij
lage C in extenso hierachter laten volgen en dat voor ieder
die zich een voorstelling wil maken van een Latijnsche school
in dien tijd, van groot belang is.
Met de keuze van den praeceptor van der Hagen was men
ook niet gelukkig geweest. Nadat hij hier nog geen twee jaar
in dienst was geweest, vertrok hij in het geheim en werd
soldaat //uit vreeze dat zekere dienstmaagd hem tot onechten
vader zoude maken" 1). Zijn plaats werd ingenomen door
Petrus Pettenius, student te Leiden, die wegens zijne erva
renheid in het Latijn en Griekseh na in eene proefles bewijzen
te hebben gegeven van zijne- bekwaamheid in het onderwijzen
door curatoren eenstemmig Avas voorgedragen 2). Hoe zeer hij
voldeed bleek twee jaar latertoen hij als praeceptor te Dordrecht
benoemd was. Nauwelijks hadden H.E.A. dit vernomenof zij
droegen curatoren op met elkander te overleggen, wat zoude
kunnen gedaan worden om hem hier te houden. Dezen vonden
een middeldat in het vervolg herhaaldelijk gebruikt Averd.
Op hun voorstel nl. werd hij benoemd tot ordinaiïs lector
Literarum et Historiarum. Van eenig traktement is in het Register
ten Rade geen sprake. Alzoo werd een uitstekende leerkracht
voor de vervallen school althans voor eenige jaren behouden.
Immers in Juli 1710 vertrok hij naar Zierikzee, als rector dei-
school aldaar. Nog een halve eeuw later roemden zijne leer
lingen //variam ejus in omni scientiarum genere eruditionem 3).
Ontegenzeggelijk was de school in de jaren 1704 tot 1710
Letter- hist.- konst- en boekbeschouiaern°. 12, blz. 99115.
2) Register ten Rade 10 Mei 1704.
3) Reitz, O/-., blz. 21. Hij schreef een Lijkdicht op den in 1705 over
leden pensionaris en curator Johan Schorer.