4.32 hadde aengenomenwederom hadde laten gaenverzoekende voorts onderdaniglykdat hem mogt worden vergunt diegene die hy te voren reets hadde gehadte behouden" -1). Uit het gezegde mag men afleidendat cur. met alle kracht het privaatonderwijs trachtten te bestrijden, maar dat er een partij in Wet en Eaad was, die bij de vele gebreken, welke de openbare school aankleefdenhet privaatonderwijs wilden vrij laten. Dit bleek ten volle, toen eenige jaren later cur. zich weder tot HEA. wendden met het verzoek om het privaat onderwijs in oude talen te verbiedenen deze ronduit ver klaarden, dat zij niet wenschten door nieuwe resolutiën hierin te voorzien 2). Hierop volgde 19 Augustus 1730 het besluit dat ieder privaatonderwijs mag geven in het Latijn //behoudelyk dat aan HEA. desselfs goed comportement vooraf kome te blyken ende dat daarvan hebbe bekomen acte." Keeren we thans weder terug tot het jaar 1723 Zoo treurig was de toestand, waarin de nieuwe rector de school vond, dat er bij het eerstvolgende examen, 14 Januari 1724 gehouden, van de 24 aanwezige leerlingen slechts twee en nog wel zonder prijzen naar een hoogere klasse konden bevorderd worden. Al de overigen moesten wegens te geringe vorderingen blijven zitten. Na liet optreden van Ou wens en Abuesch begon het ver trouwen in de school wederom te herleven. Het getal der leerlingen klom in 1724 tot 29. Nauwelijks echter was de school in een beter doenof er kwram alweer een stoornis in den gang van zaken. Ou wens nl. vroeg 12 Januari 1725 zijn ontslag, omdat de heeren te Alkmaar hem tot rector hadden benoemd. Curatoren deden hem na een kort beraad eenige voordeelige aanbiedingen en toen de rector de redenen had medegedeeldwaarom hij niet konde resolveeren nieuwe gunsten van de heeren curatoren te omhelsenbrachten zij de zaak voor Not. Cur. 14 Januari 1724. 2) Register ten Rade 7 Februari 1728.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 444