439 Den nieuwen rector werdvoordat hij geinstalleerd werd zeker met het oog op de ondervinding der laatste jarenop het hart gedruktdat hij zich stiptelijk moest houden aan het reglement op het schoolhouden gemaakt. Niemand van de praeceptoren mag gedurende den schooltijd particulier collegïe houden, maar dien tijd alleen tot het school werk besteden. Insgelijks zal niemant der praeceptoren om geenerhande redenen aanzien van persoonen omtrent de jonge lingen in. het school in het voorzitten of anderzinds mogen raaaken tzy dezelve by den rector in de kost zyn of niet of by den een of anderen der praeceptoren collegie houden (d. i. privaatlessen krijgen) of niet. Dat al die resoluties tot oorzaak hadden bepaalde feiten, is buiten twijfel. Bij dit al kwam nogdat Theitel geen slag- had klassenonderwijs te gevenhoe gezocht hij ook was als privaat docent 2). Het kan dan ook niet verwonderen, dat de school achteruitvloog. Tan de 52 leerlingen in 1734 waren er zes jaar later nog maar 22 over 3). Het was een uitkomst voor beide partijen, dat Abhesciï December 1741 te Zwolle benoemd werdwant uit hetgeen Rettz zegtblijktdat diens positie gaandeweg onhoudbaar geworden was. Wie de meeste schuld heeft de lichtgeraakte curatoren of de weinig onderda nige rectorkan bij gebrek aan bronnen niet worden uitgemaakt. Acteboek, blz. 14. 2) Reitz, Orblz. 22. 3) Bij de vrijheid, die aan het private onderwijs gegeven was, vonden de jongensdie de school niet wilden bezoekengemakkelijk gelegenheid zich voor de academie voor te bereiden. Vele predikanten maakten daar werk van. o. a. heeft ds. j. G. wlchmanspredikant te Nieuwland van 173S—1751, verscheidene opgeleid. Als ze rijp waren, schreven sommige eene Oratie, die in de kerk te Nieuwland werd voorgedragen. Op deze wijze promoveerden zeer plechtstatig in 1743 Jacob Frederik Lantsheer met een Carmen in Laudem Belgii Foederati, en in het volgende jaar Ben jamin Taats insgelijks met een heldendicht De Bellis Eruditorum. Beide Oraties worden te Nieuwland bewaard. De heer A. Walraven te Nieuw land is zoo vriendelijk geweest mij met het bovenstaande bekend te maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 451