446 cursus. De ware oorzaak zal evenwel te zoeken zijn in de gebreken der school en speciaal in den rector, want onder zijn opvolger is het getal leerlingen binnen weinige jaren verdrie dubbeld niettegenstaande de verkorte cursus weder met een jaar verlengd werd en het doceerend personeel overigens hetzelfde bleef. Het schijntdat ouderdomsgebreken de oorzaak warendat Reitz zijn taak niet meer naar behooren kon vervullen en verschei dene ouders hunne zoons liever aan anderen toevertrouwden. Toen in 1764 mr. Lambertus Jonxis zich aanbood om in Middelburg de RechtenLogica en Latijn te doceerenwerd beslotendat hij bij den burgemeester en curator van Citters zou worden ontboden en hem aangezegd zich te onthouden van 't Latijn te doceeren, doch het onderwijs in de Rechten en de Logica te conniveeren, //dewijl de rector, die lector juris was zich daartegen overmids zijne klimmende jaren niet wilde op- poseeren" 1). In September van 1768 kon de rector wegens ziekte de promotie en prijsuitdeeling niet meer bijwonen en overleed kort daarna den 23stcn October. De eenige primanus werd in de school van den conrector opgenomen, die het rec toraat waarnam tot in het volgende voorjaar. Dat men het rectoraat een half jaar liet vaceeren, bewijst, dat curatoren in het zoeken van een geschikt persoon met de uiterste voorzichtigheid te werk gingen. Zij wisten, dat alleen een man van erkende bekwaamheid de school voor algeheelen ondergang kon behoeden. De keuze, die zij deden, had niet gelukkiger kunnen zijn. In Maart 1769 stelden zij aan de stedelijke regeering voor tot rector-' te benoemen den rector te Alkmaar Adriaan Kluit op een jaarlijksch traktement van 1000 in plaats van 800, zooals Reitz genoten hadmet re missie van de recognitie, alsmede tot Lector Eloquentiae et Linguae Acteboelc der Cur., blz. 21. 2 Aug. 1766 (Register ten Rade) verzoekt, de rector en lector juris Reitz dat in plaats van hem zijn zoon ICarel Koenraad de publieke lessen als lector juris mocht doen, hetgeen toege staan werd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 458