447
Graecae op een salaris van f 200. Voorts gaven zij in over
weging om den conrector Prumers om reden en consideratie
mondeling geallegeerd 1) te benoemen tot Lector Historiae op
een salaris van f 150 en den praeceptor Knoop toe te leggen
een jaarlijksche toelage van f 50. Hoezeer Wet en Raad met
de keuze ingenomen waren blijkt uit de gereede inwilliging
van al deze voorstellen.
ADRIAAN KLUIT
(1769—1778).
Kluit aanvaardde liet rectoraat 23 Mei en hield 6 maanden
later den 15deu November zijne inwijdingsrede als rector en lector
//Pro Imperatore Juliano Apostatae nomine in vulgus cognito.11
Acht dagen later aanvaardde de conrector Prumers insgelijks
zijn lectorsambt met eene rede //De Historiarum utilitate et
jucunditate." Op voorstel van curatoren besloten Wet en Raad
de rede van den rector en den conrector op stadskosten te laten
drukken. Prumers evenwel bedankte voor die eer. Met de
colleges maakte geen van beiden haast. Eerst den 28sten Maart
1770 gaf de rector bij een maaltijd, dien de curator Evertsen
naar aanleiding van de promotie van zijn zoon den curatoren met
den rector aanbood, te kennen, //dat hy wel wilde de Lectiones
publicae aanvangen na de Paaschvacantiedat daartoe 's vrydags
morgens van half twaalf tot twaalf de beste.tyd ware, dat de
eene reis de rector zoude leezen def Historia Litteraria, de an
dere reis de heer Prumers de Historia Universalis, dat men
daartoe zoude de luiden van studie 3) waarschuwen door Bil
jetjes.''" De colleges begonnen 27 April en eenige weken later
besloten curatoren, dat deze ook door de leerlingen der beide
hoogste klassen van de Latijüsche school geregeld moesten bij-
Prumers, wien men vroeger beloften gedaan had, was teleurgesteld.
Hij verklaarde echter voor curatorendat hij zich met het aangebodene
contenteerde.
2) Dus geen studenten.