453 der menschen van kun tijd 1). De hoop, dat Kluit nu, zoo niet voorgoed, dan toch voor geruimen tijd aan Middelburg zou zijn verbondenbleek weldra ij del te zijn geweest. Reeds een jaar later werd kem een professoraat te Harderwijk aan geboden, voor welk aanbod hij evenwel bedankte. Uit erken telijkheid hiervoor ontving hij van stadswege een zilveren thee ketel met comfoor ter waarde van 51 pd 16 seh. 2). Doch weinige maanden later liet hij wetendat hij een benoeming- te Leiden als professor Antiquitatum et Historiae had aange nomen. Natuurlijk deed men geen poging om hem van besluit te doen veranderen. Men moest tevreden zijn met het vele, dat ICluit voor de school gedaan had. Bij zijn vertrek telde de school 35 leerlingen, waaronder 12 internen, een groot getal in dien tijd. De school te Dordrecht had er toen gemiddeld slechts 15. Uit een groot aantal sollicitanten werd tot opvolger gekozen THEODOltUS TAN KOOTEN (1 778 1784), conrector te Kampen, die 15 December werd geïnstalleerd. Na het vertrek van Kluit nam de conrector Prumers het rectoraat gedurende twee maanden waar. Toen curatoren hem vroegen of hij genegen was rector te wordenverklaarde hij met zijn post tevreden te zijn en niet naar hooger promotie uit te zienmaar te wenschen dat de vacante post spoedig mocht worden vervuld en het hem aangenaam wasdat van hem en zijnen dienst honorabele melding was gemaakt. Benige weken later evenwel verzocht hij zijn emeritaat met behoud van het lectorschap. Op gunstig advies van curatoren besloot J) Met welken ijver ook het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen zicli de zaak aantrok, kan men lezen in het verslag van het Eeuwfeest gehouden 7 April 1869. 2) Register ten Rade 2 Mei 177^-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 465