470 der oude letterkunde aan dewelke Europa voor weinige eeuwen het geluk te danken haddat de banden der hiërarchie van Rome's beeldendienaar en der dwingelandij van zooveele over- heerschers geslaakt wierden Men heeft dit pad in vele landen verlatenlangs hetwelk alleen men tot waarheiddeugd en schoonheid geraakt en men heeft zich op het dwaalspoor eener halve verlichting en halve beschaving gaan begeven en men heeft daardoor eene wijsbegeerte zonder wijsheid, eene rechts geleerdheid zonder recht, eene burgermaatschappij zonder geluk en welvaart der burgeren en eindelijk een christendom zonder Christus in veele landen zien geboren worden. Eene soliede beoefening der geschiedenissen en der Grieksche en Latijnsche letterkunde zijn alleen in staat om het opkomend geslagt voor eene terugkeerende barbaries, of hetgeen erger is voor eene halve verlichting en voor schijngeleerdheid te bewaren." Hoe men ook over deze ontboezeming moge denken, zij is een bewijs van den grooten dunk, dien de nieuwe rector had, van de taak, die hij hier kwam vervullen. De heer Lam- brechtsen bedankte namens het college voor het aangeboden lettergeschenk en gaf den rector het genoegen der heeren te kennen, dat het onderwijs door deszelfs bekwaamheid, ijver, ge schikte huishoudelijke verordeningen, aangenamen en leerzamen omgang met de jongelieden van dag tot dag in bloei was toe genomen zoozeer dat oudersdie bevorens hunne kinderen elders besteed of het voornemen daartoe haddendaarvan terug waren gekomen en dezelve thans aan zijne leiding en onderwijs hadden opgedragen. Toen Walcheren in het voorjaar van 1810 bij het Eransche keizerrijk ingelijfd werdAvas het wel te verwachtendat ook de Latijnsche school de gevolgen zoude ondervinden. De vrees hiervoor bewoog de docenten 14 April den volgenden brief te richten aan het college van curatoren Edel Achtbare Heeren. De Ondergeteekenden uit de Koninklijke Courant van den 10 dezer vernomen hebbende, dat het Departement Zeeland

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 482