476 dezelfde goede orde en vaardigheid der Leerlingen die over Grieks en Latijn ondervraagd wierdenaan derzei ver Leer meesters de goedkeuring der aanzienlijke Heeren Examinatores verwierf. Eindelijk wierden ook de Jongelingendie privatis- sinie volgens ordre der Heeren Curatoren, tegenwoordig bij den ltector alleen onderrigt genieten tot het examen geadmitteerd, hetwelk mede tot algemeene Satisfactie van allen afliep. De lieer van Hulthem verzekerde 's keizers protectie aan dit Gym nasium beveelde hetzelve ten sterksten aan den heer Prefect als welke ook de grootste goedgunstigheid betoonde/1 Na alloop van het examen confereerde van Hulthem nog met den rector alleen. Eerst een paar weken later werd curatoren bij gelegenheid van de maandelijksche sclioolvisitatie door den rector omtrent het verhandelde kennis gegeven. Dezen was nl. opgedragen openbaar onderwijs te geven in het burgerlijk wetboek van Frankrijk in de Eransche taal. Alvorens nu met dit onderwijs te beginnen wenschte de rector hierover het welgevallen van HH. curatoren te vernemen. Hoewel de heeren het wel vreemd gevonden zullen hebbendat zij in dezen niet door van Hulthem gekend waren, gaven zij evenwel hun genoegen te kennen dat den heer d1 Engelwronneü deze zoo nuttige weik- zaamheid was opgedragen. Zij vonden geen reden om zich daartegen te verzetten in de veronderstellingdat de tijddie daaraan zoude besteed wordengeen nadeel zoude brengen aan het gewoon onderwijs in de Latijnsche scholen en raadden den rector aan met den burgemeester de middelen te overleggen om met succes een aanvang met dit onderwijs te maken. De groote tevredenheid door van Hulthem aan den dag ge legd en zijne verzekering van "s keizers protectie waren evenwel niet in staat de vrees weg te nemendie men bij den ongun- stigen staat der financiën koesterde omtrent de geregelde beta ling der traktementen. Curatoren gaven bij het begin van liet jaar 1811 hunne bezorgdheid te kennen in een schrijven aan den Maire. Deze ontbood de heeren en deelde hun mede, dat de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 488