481 Daar het zich liet voorzien dat de rector menigmaal absent moest zijn, droegen curatoren den ouden Weyerman op om dan telkens de rectorschool waar te nemen. De keus van een nieuwen rector werd aangehouden //vermits den onzekeren staat der deliberatiën over het herstel van het Atheneum Inderdaad gaven die deliberatiën aanleiding tot een eindeloos geschrijf. De omvangrijke correspondentiedie tot het einde der Fransche heerschappij hierover gevoerd werdis in het archief van cura toren bewaard. De in zijne missive van 2 Mei door den rector aangekondigde komst van de Leempoel had plaats 21 Mei. Daar er ook zaken betreffende het Athenaeum besproken moesten worden waren ook curatoren door hunnen president en hunnen secretaris daarbij vertegenwoordigd. Toen de Leempoel in de curatorenkamer zijne geloofsbrieven had overgelegdbegaven zich de heeren naar de rectorschool waar de leerlingen van al de klassen bijeenwaren. Vervolgens door den president-curator en den rector aange sproken en gevraagd zijnde of hij zich door een examen van de vorderingen wenschte te overtuigenzeide hij dit wegens de gunstige rapporten der vorige inspecteurs niet noodig te achten. Maar wel richtte hij het woord tot de leerlingen met eene deftige, en sierlijke toespraak in liet Fransck hun vooral onder het oog brengende hunne verplichting tot naarstigheid en ondergeschiktheid aan hunne superieuren en wijzende op de voorschriftenwaarbij de Onderwijzers en de Opzigters verplicht waren aanteelcening te houden van hendie zig aan wangedrag en traagheid schuldig maaktendat die lijsten aan den Groot meester der Universiteit te Parijs werden opgezonden en Z. M. de keizer zich die rapporten van tijd tot tijd liet voorleggen zoodanig en aanteekende en in het vervolg uitsloot van benoemingen van burgerlijkekrijgs- en geestelijke bedieningen. Hiermede was de inspectie afgeloopen. Zijne komst gold dan ook niet zoozeer de Latijnsclie school dan wel de oprichting van het Athenaeumwaarover hij na de inspectie met het college van curatoren en d'Engelbronner confereerde. Toen men 15 De-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 493