487 een zesjarigen enrsns en de drie docenten zouden ieder 2 klas sen krijgen. Tegen dit voorstel verzette zich echter de stede lijke regeering. Zij noodigde in een schrijven van 12 Juli 1816 curatoren uit om dadelijk na het eindigen der groote vacantie in werking te brengen de verdeeling in 6 klassen zon der eene splitsing in ordo maior en minor te gedoogen behalve in de hoogste en laagste klasse. De raad wilde dus evenals de wet een vierjarigen cursus. Tot hun groot leedwézen zagen zich curatoren verhinderd om den zesjarigen cursus te redden dien zij terecht, vooral bij de uitbreiding der leerstof, voor beter hielden. Evenwel onderwierpen zij zich niet geheel aan het bevel van den Eaad. Zij wisten den commissaris der Lat. scholen over te halen om zijne goedkeuring te hechten aan eene splitsing der eerste, vierde en zesde klasse en gaven bij het begin van den cursus den Eaad kennisdat zij //provisioneel hadden ingevoerd eene verdeelingniet veel afwijkende van de gevoelens door den raad gemanifesteerd.'n Hoewel deze in eene missive van 9 December 1816 verklaarde, dat eene verdeeling die ten gevolge had eene verlenging van den cursus boven de 4 jaren nimmer de goedkeuring van dezen Eaad zou kunnen wegdragenbleef de provisioneele schikking gehandhaafd en duurde de cursus 4V3 jaar. De alzoo verkregen 9 af deelingen werden onder de 3 docenten gelijk verdeeld. De vakken, die volgens 10 der nieuwe wet werden inge voerd waren de beginselen der wiskunde de nieuwe en oude aardrijkskunde, de nieuwe, en oude geschiedenis en de Griek- sclie en Eomeinscke fabelkunde. Zij werden behalve wiskunde opgedragen aan den rector en den conrector. De praeceptor van Deinse kon wegens zijne overige betrekkingen van predi kant en schoolopziener geene meerdere lessen op zich nemen. Het geheele onderwijs werd zoo geregelddat de eerste 2 uren in den voormiddag waren gewijd aan het Latijn, die in den namiddag aan het Grieksch. Voor de nieuwe vakken werd bestemd het derde uur vóór en het derde uur na den middag.. (Dit laatste verviel in de 3 wintermaanden). Vandaardat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1893 | | pagina 499